Wat doe je wanneer de prinses alleen wakker mag worden gekust door een heuse prins, en er is geen bruikbaar exemplaar voorhanden? Dan frutsel je toch gewoon een verse prins: doen de echte koningshuizen vandaag de dag ook. Volgens dit concept is in The Christmas Show: Doornroosje en de Kerstprins het hele oorspronkelijke sprookje omgewerkt tot een kerstmusical. Het is een niet helemaal solide maar wel vrolijke familievoorstelling geworden.

The Christman Show in Ziggo Dome beleeft dit jaar zijn vijfde editie: de eerste familiekerstshow stond er in december 2015. Deze kerstshow komt uit de stal van RTL Nederland. Steeds vormt een bestaand verhaal zoals Dickens’ A Christmas Carol of een sprookje zoals Assepoester de basis. Dit jaar is Doornroosje het uitgangspunt: het zeventiende-eeuwse sprookje van de Fransman Charles Perrault.

Veel meer dan het fundament daarvan blijft er in deze musical overigens niet over. Deze Doornroosje ontvangt aan haar wiegje inderdaad drie feeën die een wens of vloek over haar uitspreken. Eenmaal volwassen prikt ze zich (aan een kerststukje, voor de gelegenheid). En ze valt in een slaap waaruit ze moet worden wakker gekust door een prins; maar daarmee houdt de gelijkenis ongeveer op.

Zo wandelt er een Koning Tromp door het sprookje, wiens uiterlijk en gedrag zijn gebaseerd op Donald Trump. Die heeft een onnutte ijdele zoon, die is afgekeken van Prince Charming uit Shrek 3. Doornroosje groeit niet op in het kasteel, maar belandt in de cadeautjesfabriek van de kerstman, waar ze het aanlegt met een lekker knechtje (Buddy Vedder) – om maar een en ander te noemen.

De teksten zijn geschreven door Carlo Boszhard en Maurice Wijnen; de liedteksten door Boszhard alleen. Voor de melodieën van de liedjes zijn alle mogelijke klassiekers gebruikt, van ‘Edelweiss’ tot ‘My favourite things’, van ‘All I want for Christmas is you’ tot ‘Save your kisses for me’.

Op zich hoeven aanpassingen in het oorspronkelijke sprookje geen probleem te zijn, het gaat er per slot om, om een feestelijke kerstvoorstelling te maken. Maar de veranderingen maken van het sprookje een wankel bouwwerk, het verhaal zwalkt, de plot schiet alle kanten op.

Constante factor in alle edities van The Christmas Show is Carlo Boszhard. In deze voorstelling neemt hij de rol van verteller op zich, gewapend met een groot sprookjesboek waaruit hij voorleest. De innemende alleskunner Boszhard is vanaf het eerste moment de ster van deze show. Gekleed in rood livrei brengt hij de rijmende tekst met veel humor. Hij danst en zingt, ook al is zingen niet zijn sterkste punt.

Mooi is ook Celinde Schoenmaker. Ze speelt zowel Doornroosje als haar moeder. Schoenmaker heeft een uitstekende stem met een groot bereik, zeer geschikt voor musicalperformances. Bovendien speelt ze zowel de handenwringende moeder als de naïeve Doornroosje overtuigend.

Esmée van Kampen, met blonde beehive op het hoofd en gekleed in lichtblauwe glitterjurk, is op haar plaats als Fee Formidabel. Van Kampen heeft een behoorlijke zangstem en gaat er vol in als de fee die het vervloekte meisje moet redden.

Minder op haar plek is Ilse Warringa als Fee Fataal. Warringa’s boze fee is vlak, oppervlakkig, ze heeft geen diepgang. Haar gezicht is feitelijk emotieloos. De boze fee sluit haar teksten af met een holle luide lach, maar die klinkt opgelegd, niet geloofwaardig. Natuurlijk is de boze fee in sprookjesland een cliché, maar dan moet ze wel hetzij eng en boosaardig zijn, hetzij grappig. Warringa’s fee is geen van beide. Daarnaast heeft haar zangstem een beperkt bereik, hoge tonen zitten er niet in.

Rapper en vlogger Famke Louise maakt een spectaculaire entree (vanwege de spoiler verklap ik die niet) in een koningsblauw Beyoncé-pak met hoog opgesneden broekje. Ze speelt de derde fee aan het wiegje van Doornroosje, Fee Fresh: zij moet het kind komen redden van de eeuwige slaap. Alleen haar entree-act overtuigt; nadien is ze niet best bij stem en haar spel laat ook te wensen over; Famke Louise is geen sterke actrice.

Het samenspel laat veel te wensen over, er is weinig chemie tussen de acteurs. De delen worden daardoor bijna nergens een geheel. Het lukt regisseur Stanley Burleson niet van zijn troupe een echt ensemble te maken.

Het showballet springt van kostuum in kostuum (ontwerp: Marc Forno), het ene nog fraaier dan het andere. De choreografie (ook van Stanley Burleson) is leuk en functioneel, maar de balletten worden ongelijk en met wisselende kwaliteit uitgevoerd.

Jammer is daarnaast dat het licht weliswaar spectaculair is, maar doordat het vaak erg fel is en te pas en te onpas alle hoeken van de Ziggo Dome verlicht, is het geregeld hinderlijk en leidt het af van de handeling.

Het decor is even eenvoudig als effectief: een lange catwalk van grote geruite tegels steekt de zaal in, voorzien van trappen aan voor- en achterzijde. Afbeeldingen van de verschillende locaties worden geprojecteerd op grote achterdoeken: kastelen, besneeuwde landschappen, de speelgoedfabriek van de kerstman. En The Christmas Show zou The Christmas Show niet zijn als er niet een aantal spectaculaire technische hoogstandjes in zouden zitten.

The Christmas Show: Doornroosje en de Kerstprins is een feestelijk schouwspel, met Carlo Boszhard die in dit genre als een vis in het water is. Maar het geheel moet het meer hebben van het spektakel en van een aantal goede zangstemmen dan van het verhaal, de tekst of het spel.

Foto: Wouter Roosenboom