Na Romy Monteiro en April Darby is het aan Nyassa Alberta om de rol van Rachel Marron te vervullen in The Bodyguard. Het scenario, in regie van Carline Brouwer, laat nog steeds wat te wensen over, maar Alberta’s stem is prachtig.

Vanaf de eerste seconde merk je dat de musical meer weg heeft van een popconcert. Rook vult het podium, er zijn stage flames en het ensemble danst in hoog tempo. Dan komt popster Rachel Marron vanuit het plafond naar beneden gedaald, vergezeld door luid applaus en gejoel van het theaterpubliek. Met Queen of the Night heeft Alberta een krachtige, energieke opening te pakken. Haar stem is prachtig. Al zorgt het hoge volume van de muziek, wat de hele voorstelling aanhoudt, er op momenten voor dat ze wat schel klinkt. Vooral bij nummers waar ze in een handheld microfoon zingt.

Voor de soli van de dochter van Rachel (de kindercast bestaat zowel uit jongens als meisjes), Fletcher, applaudisseert het publiek op de première overigens nog net iets harder. De 12-jarige Ki-Yeann Wijnaldum blijkt ook een bijzonder danstalent. The Bodyguard is op meerdere fronten een visueel spektakel, inclusief projectieschermen en bewegende vloerdelen.

Het verhaal (script van Alex Dinelaris, vertaling van Allard Blom) zal inmiddels bij velen bekend in de oren klinken. Zangeres Marron wordt bedreigd door een stalker (Marlon Henry), waarna bodyguard Frank Farmer (Tarikh Janssen) wordt aangenomen om bescherming te bieden. De relatie tussen de popster en haar beveiliger begint afstandelijk, maar na een tijdje krijgen de twee gevoelens voor elkaar.

De chemie tussen de twee hoofdrolspelers is vooral mooi zichtbaar wanneer ze in een karaokebar zijn. Rachel stelt voor dat ze, omdat ze niks van Frank weet, naar zijn leven gaat raden. Als ze het enigszins goed heeft, moet Frank zingen. Frank kan niet zingen, maar doet dit uiteindelijk toch. Hij voert zelfs een versie van I Will Always Love You uit, inclusief boyband-danspasjes. Janssen is goed in het heel slecht uitvoeren van dit nummer en laat daarmee zien ook komisch sterk te zijn. Alberta zingt daarna indrukwekkend I Have Nothing. Met uiteraard de kus als afsluiting van de eerste akte.

De musical definieert zich onder andere als een thriller, maar zo komt het niet helemaal uit de verf. De spanningsboog die in sommige scènes opgebouwd wordt, wordt op het hoogste punt of net daarvoor alweer neergeslagen. Wanneer de stalker in Rachels huis is binnengedrongen en heel dicht bij haar in de buurt lijkt te komen, zet Nurlaila Karim het nummer All at Once in, weliswaar heel mooi gezongen, maar de spanning is meteen weer weg. Het nummer voelt op dit punt misplaatst.

Vergelijkbaar is de scène van het Grammy-optreden waarin de stalker een schot lost. Dit is interessant geënsceneerd, omdat de schutter in het publiek staat en het hierdoor voor de toeschouwers dichterbij voelt. Het is wellicht als het hoogtepunt van de musical te beschouwen, maar het moment is ook weer snel voorbij als de scène daarna begint met veel gelach, wat raar contrasteert. Ook is er geen mysterie over hoe het afloopt met het neergeschoten personage, omdat meteen blijkt dat hij oké is. De makers lijken wel heel snel naar de pieken en de dalen te willen, zonder de ruimte te nemen om de emotie te voelen.

Waar deze snelle sprongen in het scenario tevens voor zorgen, is dat er vrijwel geen ontroering is op momenten die dat wel verdienen. Het constante popconcertvolume staat de nodige intimiteit ook in de weg. Het is een productie die vooral indruk maakt door de hoge energie (mede door een sterk ensemble) en de projecties.

The Bodyguard had gelukkig wel een succesvol einde zonder valse meezingers in het publiek.

Foto: Roy Beusker, Annemieke van der Togt