Een jong meisje is als backpacker naar een ontwikkelingsland gereisd om daar met haar spaarcenten iets goeds te doen. Ze komt terecht in een resort waar rijke oudere Nederlanders zich onledig houden met niets doen en consumeren. Als een van hen zich op straat begeeft, komt hij in een gevecht terecht en keert verminkt terug, maar hij neemt een donker danseresje mee dat de rijke Nederlanders wellicht kan vermaken. Het meisje wordt uitgekleed door de met dollarbiljetten wapperende gasten om vervolgens de macht over te nemen. Het backpackmeisje kan het niet langer aanzien en raakt in een gewetensconflict. Dit is de grote lijn van Terras, het verhaal dat Marcel Osterop schreef en dat Lenneke Maas regisseerde bij Drie Ons.

Maas heeft er anti-esthetisch theater van gemaakt. Als de hotelgasten een cocktail drinken zit hun gezicht onder de blauwe verf en ook het bruinen in de zon gaat gepaard met grote hoeveelheden verf. Het decor wordt gevormd door enkele rijen witte plastic terrasstoelen. Thematiek, maar ook decor doen denken aan Freetown van Rob de Graaf dat twee jaar geleden met veel succes door Dood Paard is gespeeld. De tekst van Osterop is echter niet zo prangend als die van De Graaf  en de regie van Maas is veel absurder.

Voor de toneelspelers is Terras een helse klus met een soms sterk abstraherende tekst, ongemakkelijk lopen op terrasstoelen en het nodige verfgeklieder. Er wordt uitstekend geacteerd waarbij de jonge Tegest Pecht-Guido die het danseresje speelt, het meest indringend is. De kleine actrice is een brok dynamiet en imponeert met haar goed gedoseerde energie.

Idee en regie van Terras zijn prima, maar toch geef je je niet makkelijk over aan deze voorstelling. Dat ligt deels aan het concept van Maas dat consequent is uitgevoerd maar in al zijn lelijkheid toch afstotend blijft. Daar moet je tegen kunnen. Maar het is vooral de tekst van Marcel Osterop die op te veel momenten onhelder is waardoor je als toeschouwer op afstand blijft.

(foto: Ernest Potters)