Er moet iets gebeuren, dat is Rebekka de Wit en Anoek Nuyens wel duidelijk. Want de zeespiegel stijgt, soorten sterven uit en de wereldbevolking neemt alleen maar toe. Dat ga je niet oplossen door flexitariër te worden – iemand die ‘weet dat vlees eten slecht is, maar bij een feestje toch in de schaal met bitterballen grijpt’ – of in eigen land op vakantie te gaan in plaats van naar Bali. Maar ja, wat dan? Dat is het vrij ontmoedigende uitgangspunt van Tenzij je een beter plan hebt.

Het is het vijf kwartier durende, persoonlijke relaas van twee vroegdertigers die het eigenlijk ook niet meer weten, maar die vertikken het daarbij te laten. Want ze kunnen moeilijk later aan hun kinderen vertellen dat ze het nicht gewusst haben – ze wussten het verdomd goed, je kunt tenslotte niet de hele dag naar kattenplaatjes kijken om berichten over de bio-industrie te negeren. Vroeger, vertelt Nuyens met een vals-nostalgische grijns, kon ze iedere spreekbuurt op school nog afsluiten met het handige plaatje van twee handen om de planeet: een beter milieu begint bij jezelf. Een plaatje dat haar door de overheid was aangereikt, want die, zo merkt Rebekka sarcastisch op, vond het milieu in de jaren negentig al heel belangrijk, zo belangrijk dat de burgers het vooral zelf moesten oplossen.

Tenzij je een beter plan hebt gaat terug op verschillende artikelen die Nuyens en De Wit het afgelopen jaar voor online platform De Correspondent schreven. Nuyens schreef samen met Lynn Berger een serie over ‘het einde van de mens als maat der dingen’. Daarin interviewden ze posthumanistische denkers, biologen die het sociale leven van bomen bestuderen en juristen die ‘ecocyde’ strafbaar willen maken, met als doel een meer symbiotische verhouding van de mens met natuur en omgeving te vinden. De Wit nam het initiatief voor een reeks ‘afhankelijkheidsverklaringen’ waarin het idee van individuele onafhankelijkheid als hoogste goed ter discussie wordt gesteld.

Om de schaal van de problematiek duidelijk te maken, wordt in de eerste tien minuten van de voorstelling een short history of nearly everything erdoorheen gejast. Eerst had je de oerknal, en toen stofjes en belletjes en dingen die om elkaar heen gingen draaien en beestjes die uit de oersoep tevoorschijn bubbelden en uit zee kropen en aan het eind had je de mens, en die maakte zichzelf tot protagonist. (‘U weet wat een protagonist is? Dat is een hoofdpersoon.’) En daar sta je dan als theatermaker, in een soort planetarium-opstelling met een geometrisch pakje aan en een knot in je haar, voor het beeld van onze blauw-groene planeet. Terwijl hen altijd op de theaterschool was geleerd ‘dat je het klein moet houden’!

Die ironische toon blijft de hele voorstelling lang, en hoewel dat heerlijke soundbites oplevert, gaat het halverwege wel een beetje op de zenuwen werken. Zo zit er een verhaal in verwerkt over een anonieme ‘protagonist’ die een uitweg zoekt uit de dilemma’s van het hedendaagse bestaan en daarom zijn huis opruimt met behulp van het zelfhulpboek van een opruimgoeroe, een smartphone in een glas bier gooit, een meisje ontmoet, maar ze kussen niet want dat zou te Hollywood zijn, en overweegt een camper te kopen en into the wild te gaan – kortom, het verhaal komt niet echt uit de verf, en juist dat gegeven wordt breed uitgemeten. Daar wordt de ironie over de ironie toch echt te meta. Dan was Nuyens eerdere voorstelling Hulp (2015), waarin ze beschreef hoe ze tot erfgenaam van haar oudtantes ontwikkelingshulporganisatie was gebombardeerd en haar twijfels met het publiek deelde, concreter en leerzamer.

Maar er zit ernst in de ironie. Uiteindelijk, betogen de makers, is er een paradigmawisseling nodig. Het is moeilijk om je daar iets bij voor te stellen (‘U weet wat een paradigmawisseling is? Dat is FLIERP!’), en misschien moet eerst iedereen die het oude paradigma bewaakt doodgaan. Dus zul je hoop moeten putten uit de verwarring, zoals uit rechtszaken over de vraag of een rivier of een chimpansee ook juridische rechten heeft. Je kunt nou eenmaal moeilijk mensen uitnodigen voor de grote paradigmawisseling vanavond. Maar je kunt er wel een onderhoudende filosofische stand-up theatervoorstelling mee maken.

Foto: Anna van Kooij