Met Tenir le Temps maakte de Frans-Algerijnse choreograaf Rachid Ouramdane een pure dansvoorstelling, een benadering die we tot nog toe bijna niet hebben gezien in de multidisciplinaire, sociaal bewogen voorstellingen van de maker. Het Chassé Theater Breda nodigde Ouramdane uit voor hun Internationale Selectie, ook daardoor is zijn werk gelukkig de laatste jaren goed te volgen in Nederland.

Tenir le Temps is een groot groepsstuk dat zich in een kale ruimte afspeelt. De dansers vormen lijnen en bogen, doordat ze gelijke bewegingen opeenvolgend uitvoeren trekken deze door als een kettingreactie. Is tijd te stoppen? Dat vraagt Ouramdane zich onder meer af door met allerlei manieren van lopen te spelen: wandelen of rennen, vooruitgaan of teruggaan, omkijken, stilstaan of terugdeinzen.

Oorspronkelijk is het bewegingsmateriaal niet, de choreograaf citeert er lustig op los. Lucinda Childs en Anne Teresa de Keersmaeker zijn de eerste namen die opkomen bij het zien van zwierige draaien, repetitieve frasen en de losse esthetiek van alledaags gedrag. Ook in zijn muzikale compositie is Jean-Baptise Julien schatplichtig aan componisten als Steve Reich en Philip Glass.

De vraag dringt zich op in hoeverre dat besef een belemmering vormt om vrij naar deze nieuwe voorstelling te kijken? Maakt Ouramdane een artistieke statement of overheersen de déjà-vu’s? Dat eerste is het geval in Tenir le Temps. Hoewel hij vertrekt vanuit eenvoudige bewegingen waaraan niet altijd een verdere betekenis toegekend hoeft te worden, laat Ouramdane de dansers vooral van hun menselijke kant zien. In het stuk voor zestien dansers wordt gekeken naar de verhouding tussen individu en menigte. Telkens vinden nieuwe ontmoetingen plaats en tedere omhelzingen.

Afgelopen zomer was Ouramdane ook in Nederland. Tijdens Julidans toonde hij Tordre, een duet voor twee vrouwen die hoogstwaarschijnlijk bij de meeste dansacademies afgewezen zouden worden maar wel voor een leven als danseres hebben gekozen. Lora Juodkaite draait sinds haar kindertijd rond haar as om rust te vinden en Annie Hanauer heeft een prothese-arm. In Tordre thematiseerde Ouramdane hun bijzonderheden. Ook in Tenir le Temps staan beide danseressen op het toneel, maar in het ensemble van zestien dansers vallen zij nu niet op. Er wordt niets verhuld, er wordt niets geaccentueerd. Hanauer draagt een hemdje net als sommige andere dansers, ze dragen allemaal informele kleding in natuurlijke tinten als groen en bruin.

Zo dringt er in deze sterke dansvoorstelling – want Ouramdane weet hoe de bewegingen in te zetten, te structureren en heldere overgangen te maken – een menselijke oog door voor wie gelijkheid geen doel is maar een uitgangspunt.

Foto: Patrick Imbert