Pichet Klunchun is opgeleid in het Thaise klassieke danstheater khôn. Nadat hij in New York was geweest en op het podium had gestaan naast de Franse dansrebel Jérôme Bel, koos hij voor modern-met-eigen-roots. Nog maar een paar jaar geleden richtte hij in Bangkok een eigen gezelschap op en een school, nu reist hij twee weken met zijn dansers door Nederland.

Onze blik wordt er niet beter op als we alleen maar dans van eigen bodem zien. Dat vindt Frie Leysen, programmeur van tal van festivals. Daarom selecteerde zij opnieuw vier aanstormende theatermakers van elders voor het programma Ervaar Daar Hier Theater.

Klunchun bijt het spits af. Tam Kai heet zijn choreografie, naar een verhaal uit de Ramakien, de Thaise versie van de Indiase Ramayana. In dit epos over de goede en kwade kanten in de mens laat een prins zich de verkeerde kant op meevoeren door een beeldschone haan. Voor Klunchun is het een metafoor voor theaterpubliek dat zich laat verleiden door de schoonheid van de strenggereguleerde klassieke dans.

De choreograaf wil dat zijn dansers niemand volgen en zonder vooraf gegeven verhaallijn of voorgeschreven beweging hun persoonlijke verhaal vertellen. Daarom is er geen scheiding tussen publiek en performers en blijft het zaallicht aan. Daarom staan de dansers als zichzelf op het toneel en niet als personages met een masker van een duivel of aap. Daarom stappen ze tussen hun korte stukjes solo telkens even uit hun rol, drinken ze water of overleggen ze kort. Wat we te zien krijgen is hun individuele manier van bewegen, die al improviserend in hun lijf opkomt. Geheel in de lijn van het boeddhisme zijn ze tijdens de voorstelling volledig in het hier en nu.

Het vertoonde ligt ook in de lijn van de moderne danskunst waarmee wij in het Westen inmiddels vertrouwd zijn. Lijven die losgaan, torso’s die ongeremd golven, armen die wegschieten, een blote buik die wordt geëtaleerd – hier schrikken we er niet van op. Wat het speciaal maakt voor ons oog en oor, is de synthese tussen westers modern en fascinerend Thais klassiek en de combinatie met de muziek die traditioneel mixt met nieuw. De beroemde altxylofoonmeester Boonyong Kathkong schreef speciaal voor de voorstelling een stuwende compositie die als Thaise variant van minimal music ritmisch en met herhalingen door de tijd hamert.

Was het voor westerse ogen bijzonder maar niet echt nieuw, de Thaise toeschouwers waren opgewonden. Zij hadden melodieën gehoord die ze kenden en flarden personages teruggezien, terwijl de creatie modern was, revolutionair en vrolijkstemmend. Wij werden ons ervan bewust dat we op onze podia zelden of nooit Thaise dansers zien, laat staan een speelse en lichtvoetige mix van modern met khôn. Het is duidelijk:  Klunchun is allesbehalve een volger van de haan.