Het Holland Dance Festival heeft sinds 2009 het Talent on the Move-programma, waarin de Rotterdamse Codarts Dance Company in een substantiële showcase ditmaal dertig van hun danstalenten presenteert in choreografieën van deels gevestigde en deels aanstormende choreografen. Een uitgebreide tournee bereidt de jonge dansers voor op de intensieve praktijk en test onder andere hun in het vak zo essentiële stamina onder druk van een algemeen publiek.

Het hoger onderwijs in de podiumkunsten in Nederland voltrekt zich vanaf een bepaald moment volgens het educatief model waarbij het onderwijs georganiseerd wordt als afspiegeling van de podiumpraktijk zelf voor die specifieke discipline. In een aantal gevallen kan dat zelfs leiden tot samenwerking in projectvorm met professionele instituten, bijvoorbeeld het Koninklijk Conservatorium in samenwerking met het Orkest van de Achttiende Eeuw, of de Master Orkestdirectie, of de Master Opera die samen met het Conservatorium van Amsterdam aangeboden wordt. Publieke presentaties in het professionele circuit vormen dan vaak de afsluiting van deze samenwerkingen.

Acht (van de elf!) choreografieën vormden tijdens Talent on the Move 2023 de goed gevulde doos bonbons van de derde presentatie in het land. Een korte beschrijving van alle dansen, die gemiddeld zo’n tien tot twintig minuten in beslag namen voert misschien wel ver, maar doet wel recht aan de uitvoerenden en de scheppers.

Diego Sinniger de Salas opende met The First Spoon: rondom het beeld van een gouden grote lepel danste een groep geüniformeerde dansers een gymnastieke groepsdans met enige anekdotische elementen. Ze functioneerden als security guards maar hadden kennelijk hun eigen (werkelijke of gefantaseerde) relatie met het titelobject dat prominent in het midden op een sokkel begon, maar daar niet lang bleef staan.

Jianhui Wan volgde met imPOSSIBLE Love. Ook hier weer een groepsdans, maar dit keer in zuurstokkleurige nauwsluitende kleding. De soepele en ronde bewegingen waaraan het hele lichaam meedeed hadden een licht erotische ondertoon. Alle individuen leken alleen of in groepsverband op zoek naar samenzijn en fysiek contact.

Maciej Kuzminski vertoonde met event horizon een soort heftige wals die regelmatig ontspoort in een uitputtend en redelijk spectaculair gevecht met grote beheersing gebracht door twee krachten die even sterk lijken. De choreografie riep Ravels La Valse onvermijdelijk in herinnering, het had daar een perfecte illustratie van kunnen zijn. Het feit dat ene danser in het rood is gekleed en de andere in het wit, verwijst naar de politieke lading die deze choreografie ook aan wenst te boren.

Jarek Cimerek besloot vóór de pauze met Ensign, alweer een groepsdans en ook hier op de achtergrond een politieke inspiratiebron: we kijken naar een groep activisten die samen vechten voor een zaak en die elkaar daarbij zowel stimuleren als in toom houden. De groepsprocessen zijn interessant en dynamisch vormgegeven en er is een solo waar droom of twijfel uitspreekt. In zijn totaliteit voelt het als een stadium, een voorstudie voor een langere dans.

Na de pauze opende coryfee Ed Wubbe met Nico. Wubbe is ook voor de Codarts Dance Company een bekende naam: eerder werk van hem is op hun repertoire te zien geweest. Pure dans, abstract, met maar een klein deel groepswerk: een pas de trois wordt gevolgd door een duo en later komt daar een synchroon gedanst duo achteraan; een solo besluit deze choreografie. In de veelheid van werken leek deze complexiteit een beetje verloren, maar gelukkig niet voor de dansers.

Roy Assaf vertoonde A Couple met twee dansers in het zwart. De choreografie verwijst naar de vogue-stijl en doet dat met ironische verve en één enkel grand jeté: deze choreografie proefde als een strong mint-snoepje te midden van de voedzamere taarten van dit programma.

Andonis Foniadakis vertoonde Facade. Een hectische groepsdans in een hoog tempo waarbij alle dansers in verschillend gekleurde shirts heel druk in de weer zijn. Het tempo verandert niet, er wordt interactie gepleegd in steeds wisselende combinaties en collectiefjes, maar niemand lijkt ergens de tijd voor te nemen. Is dit een portret van onze door sociale media behekste wereld? Dans als een snapchat?

Wessel van Oostrum besloot de avond met The Speech. Charlie Chaplins grandioze speech uit The Great Dictator (1940) begint als een solo maar wordt overgenomen totdat de totale cast van de hele avond daaraan deelneemt.

Een dergelijke showcase nodigt natuurlijk uit tot vergelijking, maar deze avond functioneert vooral als een rijke inventaris van aanwezig creatief en performatief danstalent. Elke choreografie is een (soms hernieuwde) kennismaking met de maker en de hele avond vormt een rijke kennismaking met een nieuwe generatie talenten. Het is te hopen (en te verwachten) dat naast grote aantallen algemeen publiek ook vele talent scouts, programmeurs, danshuizen en wat dies meer zij de zalen zullen bevolken van de uitgebreide tournee van deze voorstelling. Zowel dansers als choreografen kunnen hier gespot worden, en voor algemeen publiek is het een bevredigende ervaring een zeer afwisselende avond bij te wonen van veel internationaal talent.

Foto: Sjoerd Derine