Het project is een samenwerking tussen drie toneelcollectieven,’t Barre Land, Tijdelijke Samenscholing en de Theatertroep. Misschien is het een droom, misschien een schets, mogelijk een voorstudie.

Eén van de denkbare samenvattingen van de avond zou zo kunnen gaan: een bondgenootschap van toneelspelers meldt zich aan een aantal poorten in de Nes. Ze spelen eerst een angstdroom van tien blinden en één dove op een tekst van Maeterlinck uit 1890. Daarna gaat iedereen (op één toneelspeler na) via een kunstpoort van de ene Nes-zaal naar een andere, waar het toneel wordt voortgezet met anderen middelen, met name die van het medium radio, in concreto Radio Richel, een zendgemachtigde uit Amsterdamse krochten & kroegen, waar in het tweede deel van de avond wordt gedelibereerd, gelezen en publiekelijk hardop nagedacht.

De avond kan ook aldus worden doorverteld: een gevonden voorwerp speelt een belangrijke bijrol en is tevens een vingerwijzing. Het betreft hier een dagaantekenboekje van de opa van een van de spelers – acteur tijdens het interbellum, souffleur in de naoorlogse jaren. Ergens in die jaren na de oorlog noteert hij een kleine lijst met hoognodig te spelen stukken: Droomspel van Strindberg uit 1909, een titel die overigens weer is doorgekrast, De blinden van Maeterlinck uit 1890 en Macbeth uit het post-Elisabethaanse Engeland, de kortste tragedie van Shakespeare, door bange toneelspelers ook wel ‘the Scottish Play’ genoemd.

Deze kleine lijst, dit kleine detail uit een souffleursboekje, vormt als het ware de las tussen een licht geënsceneerde hoorspeluitvoering van het stuk van Maeterlinck en een intensieve gedachtewisseling over Macbeth, waarover deze gelegenheidsformatie van toneelspelers meldt een voorstelling in voorbereiding te hebben. Het fenomeen van de droomvertelling of de gedroomde werkelijkheid, dus de stof van het Strindberg-stuk, de doorgekraste titel, speelt in beide helften van de avond een rol als een soort stilistisch bindmiddel. Misschien?

Je kunt uiteindelijk ook zó kijken naar It is a tale told by an idiot: drie relatief jonge toneelcollectieven willen samen een voorstelling maken, elk collectief brengt een titel uit het repertoire in, ze besluiten met twee van de drie titels intensief te gaan werken en ons van dat werk een tussentijdse momentopname te laten zien.

Hoe dan ook, de titel van de avond is ontleend aan de vijfde scène van het slotbedrijf van Macbeth, waarin een bediende Macbeth komt vertellen dat zijn vrouw zich van het leven heeft beroofd. Macbeth reageert met een korte tekst, die heel goed ook als samenvatting van de avond dienst kan doen. We citeren/parafraseren hier de vertaling van Burgersdijk:

‘Haar dood had later moeten zijn – er was

Voor zulk een woord ooit wel een tijd gekomen.

Dat morgen, morgen en alweer morgen

Kruipt, kort van schreden, voort van dag tot dag

Tot aan het laatste woord in het grootboek van de tijd.

Al onze gisterens zijn bijlichten voor narren,

Naar dood, naar stof. Uit, korte kaars, uit, uit!

Een schim die spookt, dat is ’t leven, een arme speler

Die op ’t toneel zijn uurtjes praalt en raast,

En dan verstomt, verdwijnt; het is een sprookje,

Verteld vol galm en drift, door een onnozele,

Gans zonder zin.’

De avond is een voorstudie. Betekenis heeft ze niet. Nóg niet. Of die er ooit gaat komen? Misschien niet. Mogelijk wel. Wie zal het zeggen? Het gaat ook van de kwaliteit van het hardop nadenken afhangen. Drie kwartier fascinerend stille Maeterlinck hebben ze al. Daarna een open discours, fragmenten uit Macbeth, dagboekflarden over nieuw werk dat de toneelmakers in voorbereiding hebben. Aan de ideeënrijkdom zal het niet liggen. De ene avond is er nerveus en overvol van, de tweede wordt daar weer energiek door, de derde hangt daarvan weer een tikje slapjes in de touwen. In 2015 zijn de data voor het vervolg alvast afgesproken. Gelukkigmakend is het weerzien met deze toneelspelers in deze samenhang in elk geval al wel. Zeer.

Foto: Fran van der Hoeven

[sterren toegekend door de redactie]