In het programmaboek kondigt regisseur Gijs de Lange het al aan: ’t Schaep met de 5 pooten is geen traditionele musical in die zin dat de handeling doorloopt in de liedjes. Deze bewerking, die Raoul Heertje maakte van de televisieserie van Eli Asser (liedteksten) en Harry Bannink (muziek) uit 1969, is meer een toneelstuk dat af en toe onderbroken wordt door de beroemde, nostalgische liedjes – al zijn die er soms duidelijk met de haren bij gesleept.

’t Schaep met de 5 pooten gaat over het gelijknamige café, waar Kootje de dienst uitmaakt. Zijn buurvrouw Doortje wil graag met hem trouwen, maar Kootje kan zijn verleden niet loslaten. De stamgasten in de kroeg hebben hun eigen problemen: Lena is een mannenverslinder, het huwelijk van Riek en Arie is uitgeblust en Lukas zit in de kast.

Over deze verhaallijnen zijn de beroemde liedjes van Asser en Bannink verspreid. Daarnaast wordt er een aantal korte gebeurtenissen opgevoerd, die er met name lijken te zijn om een nummer te introduceren. Zo vormt een protest tegen gentrificatie de aanleiding voor ‘Blijf uit onze buurt’, en wordt een aan lager wal geraakte stamgast even snel geïntroduceerd als weer afgevoerd om ‘Als je maar gezond bent’ te laten klinken.

Het publiek krijgt daarmee wel wat het wil: hits. Asser en Bannink schreven voor de oerversie van ’t Schaep een aantal nummers die inmiddels deel uitmaken van het collectief geheugen. ‘Als je mekaar niet meer vertrouwen kan’ en ‘We benne op de wereld om mekaar te helpen niet waar’ bijvoorbeeld. Die mochten natuurlijk niet ontbreken en ondanks de soms enigszins geforceerde manier waarop ze worden opgevoerd, vormen ze een feest van herkenning.

Het is dan ook echt genieten van Banninks gebruik van diverse muziekstijlen. De hand van de meester is duidelijk te herkennen in het barokke koraal ‘Waar vind je nog een goede timmerman’ en het bossa nova-achtige ‘Altijd wat’. Het is mooi dat dit soort erfgoed opnieuw uitgevoerd wordt.

Interessant zijn de liedjes die worden gebruikt als commentaar op de actie, zoals wanneer Doortje (Eva van der Gucht) ‘Als je mekaar niet meer vertrouwen kan’ inzet in haar wasserette. Vervolgens wordt het decor opengebroken en verschijnt café ’t Schaep, waarin de stamgasten het lied overnemen, waarna het zich weer sluit en Doortje het lied eindigt. Zo wordt het café – bijna een beetje zoals de Kit Kat Klub in Cabaret – dramaturgisch gebruikt als intermezzo.

Geslaagd is ook de choreografie van Daan Wijnands, die net als voor De Marathon en All Stars op een spitsvondige manier alledaagse bewegingen verwerkte tot danssequenties, met als hoogtepunt een aandoenlijk ensemblestuk op de fiets (‘Zeg maar dag met je handje’).

Toch komt ’t Schaep niet helemaal op gang. De verhaallijn is voorspelbaar en kabbelt te rustig voort. De scènes die liedjes moeten introduceren, halen de vaart eruit. Zijlijntjes, zoals het verhaallijn over het uitgebluste huwelijk van Riek en Arie, houden een open eind, en in de belangrijkste verhaallijn – die over de liefde van Kootje en Doortje die maar niet van de grond wil komen – is Kootjes ommekeer ongemotiveerd. De grappen waarmee dit alles gelardeerd is, willen helaas niet landen. Danny Nooy heeft als ordinaire stamgast met haar hoge schrille stem de meeste lachers op haar hand, en naast haar vormt Ellen Pieters als Riek een genot om naar te kijken. Maar het saamhorige cafégevoel komt er niet helemaal uit.

Aan het eind lijkt ’t Schaep nog even politiek te worden, als Arie zich beklaagt over ‘zij’ die alles maar komen inpikken. De parallel met de huidige tijd is niet te missen. Maar we zijn toch allemaal mensen, wordt er tegenin gebracht. Om warm te kunnen eindigen met ‘We benne op de wereld om mekaar te helpen nietwaar’. Zo is ’t Schaep toch vooral een moderne variatie op de Hollandse volksmusical: vol volkswijsheden, aanzetten tot herkenbare Jordaannostalgie, en aan het eind komt alles goed.

Foto: Tom Sebus