‘Ze heeft zichzelf doodgemaakt, en ik zal nooit snappen waarom.’ Dat zegt Dunya aan het eind van de klassenvoorstelling Sweet Sixteen over haar zus Dido. Nog even en ze is ouder dan zij ooit geworden is. En dan zegt ze, terwijl ze met grote ogen de klas inkijkt: ‘Ik heb jullie nodig.’

Eerder dit jaar maakten Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck de jongerenvoorstelling Game Over, en nu brengt de Toneelmakerij ook een voorstelling over zelfdoding bij jongeren. De aanleiding is triest genoeg: het aantal zelfdodingen onder jongeren is het laatste jaar bijna verdubbeld, volgens cijfers van het CBS. In beide voorstellingen wordt het onderwerp met een indringende eerlijkheid behandeld. Het levert theater op het scherpst van de snede op – dat een gesprek openbreekt dat verleidelijk is om uit de weg te gaan, maar cruciaal om aan te gaan.

In Sweet Sixteen bereidt Dunya (Hanna van Vliet) zich voor op een betoog dat ze de volgende dag op school moet houden. Het onderwerp dat ze koos: zelfmoord. Ze stelt zich haar klasgenoten voor, die haar in lange rijen schaapachtig aankijken – dertig paar ogen, waarachter dertig oordelen verborgen liggen. Dan stelt ze zich voor hoe haar zus (Sophie Höppener) de ruimte binnen zou komen, en wat die er allemaal van zou vinden.

Die imaginaire situatie is de inzet van een aangrijpende dialoog tussen Dunya en haar zus – en eigenlijk dus een conflict dat Dunya met zichzelf voert. Ze mist haar zus, natuurlijk, maar ze is ook boos op haar. Die veroordeelde haar tenslotte genadeloos tot het meisje wier zus zelfmoord heeft gepleegd. Waar niemand meer echt mee durft te praten. Die haar bovendien het recht op betekenisloze gevoelens ontnam: in elk somber moment is ze bang voor een depressie, nooit meer kan ze, als ze ’s middags moe is, even zonder bijgedachten op bed gaan liggen; zo begon het immers bij Dido ook.

Casper Vandeputte schreef een bloedeerlijke dialoog waarin hij de twee zussen al hun angsten, twijfels en emoties laat uitspreken en onderzoeken. Tegelijkertijd laat hij ze ook voortdurend twee puberende zussen zijn, met bijbehorende onzekerheden en twijfels­ – die elkaar plagen, die samen een geschiedenis en herinneringen hebben, rituelen en pesterijen. Hij laat de zussen uit de bocht vliegen, zichzelf herpakken, de ander uit de tent lokken en elkaar toch weer terugvinden. Dat doet hij in voor jongeren zeer herkenbare en onomwonden taal.

Je kunt zo’n onderwerp niet ironiseren, maar het gevaar van melodrama ligt ook snel op de loer. Maar de sobere, transparante regie van Belle van Heerikhuizen vindt precies de goede balans en laat alle ruimte om de moeilijke thema’s op een behapbare manier aan te vliegen. Sweet Sixteen is een klassenvoorstelling: de toeschouwers – doorgaans scholieren – zitten aan hun gebruikelijke bankjes in de klas. Door hen ook expliciet onderdeel van de theatrale werkelijkheid te maken, doet de voorstelling ook een belangrijke uitspraak naar hen. Die zijn namelijk een belangrijk onderdeel van het leven van Dunya en kunnen er, hoe moeilijk of eng soms ook, voor haar zijn.

De Toneelmakerij brengt een schreeuwend urgent verhaal in een voorstelling waarbij voortdurend alles op het spel staat. Hanna van Vliet en Sophie Höppener spelen naturel, zeer dicht op de huid van het publiek, risicovol en kwetsbaar. Zo balanceren de zussen voortdurend tussen begrip en onbegrip – terwijl uit alles ook de hele tijd een diepe liefde schreeuwt.

Uiteindelijk zijn er geen antwoorden op de vragen waar Dunya mee achterbleef, maar toch gloort er iets van berusting in haar. Dat is ergens troostrijk: soms zijn er blijkbaar niet per se antwoorden nodig om iets een klein beetje beter te begrijpen. Zo lang je (en je omgeving) het maar aan wil gaan. Deze voorstelling kan daar misschien een beetje bij helpen, en is daarom alleen al van cruciaal belang.

Foto: Sanne Peper