Swamp is een voorstelling met grote dramatische gebaren maar zonder duidelijk punt. Het stuk van het Tilburgse performancegezelschap T.r.a.s.h. wordt gedanst door vier dansers – drie mannen en een vrouw – op een soort piste van zand. De choreografie, gemaakt door Kristel van Issum, bestaat uit krachtige bewegingen, op het agressieve af zelfs, met veel geschop, geduw en gespring.

De dansers bedienen zich van een bewegingsvocabulaire dat hoofdzakelijk uit de moderne dans komt, maar Lucie Petrusova toont zich af en toe ook een klassiek ballerina met grote battements en jetés met uitgedraaide benen en doorgestrekte voeten. Verder lijken de handbewegingen af en toe een knipoog naar de tango, maar dat kan ook liggen aan de galajurk en rokkostuums die de dansers dragen. Het stuk wordt begeleid door de onheilspellende muziek van Arthur van der Kuip, uitgevoerd op cello en viool. De setting is de oude munitiefabriek De Kruithoorn, sinds 1998 gesloten, maar desondanks een goede match gezien de thematiek van de voorstelling.

Jason Gwen, Blazej Jasinksi, Gieorgij Puchalski en de eerdergenoemde Petrusova tonen zich behalve sterke dansers ook goede acteurs, niet bang om hun stem en mimiek in te zetten. Toch lukt het de makers van Swamp niet om een punt te maken. Er worden in de bewegingen verschillende thema’s aangekaart die geen van alle worden uitgewerkt. De dansers bidden en mediteren op juten zakken, maar de associatie met godsdienst komt ook nergens uit de verf. Ze kleden elkaar constant aan en uit, nu eens met tederheid, dan weer met geweld, maar nooit wordt duidelijk hoe ze zich tot elkaar verhouden.

Hetzelfde geldt voor de seksuele lading van het stuk. Petrusova wordt heen en weer gesmeten en hardhandig vastgepakt door haar mannelijke collega dansers. In haar spel wisselt ze schaamte voor haar naaktheid af met doelbewust verleiden met haar kanten ondergoed en heupbewegingen, maar wat haar karakter wil blijft geheel onduidelijk. De associatie met onderdrukking is snel gelegd, vooral wanneer de drie mannen af en toe een blok van machismo vormen, maar dit wordt wederom niet verder uitgewerkt.

Er is niets mis met het inzetten van stereotypen, maar je moet er vervolgens iets mee doen. De kunst is bij uitstek een geschikte plek om bestaande beelden en normen op losse schroeven te zetten, uit te vergroten, belachelijk te maken. Dat hoeft niet op een eenduidige manier te gebeuren, het kan al door iets net iets groter te maken, net iets te vaak te herhalen, of in schril contrast met het tegenovergestelde te zetten. Dit alles gebeurt helaas niet. Waar wel fanatiek mee is gewerkts, is de verkleedkist. Rode stiletto’s, maskers, pruiken, het komt allemaal voorbij. Wat het zeggen moet blijft desalniettemin een raadsel.

Veel van Swamp riekt naar effectbejag: kijk eens hoe wij, naakt en vies, ten strijde trekken en in het moeras kopje onder gaan. Waarvoor en waardoor precies, dat antwoord blijft de voorstelling schuldig.

Foto: Lisa Klappe