Rood-geel-blauw, klein-groter-grootst. Is deze kubus beperkend of biedt hij juist vrijheid? Kleine kinderen zijn nog niet gebonden aan cultureel bepaalde betekenissen van kleuren en vormen. Ze leven associatief, durven te experimenteren en denken nog niet in hokjes. Zo beziet theatermaker Judith Faas althans de peuter- en kleuterleeftijd; als een vrije ruimte die vooral door volwassenen wordt ingeperkt. Deze visie vormde het uitgangspunt voor Superslow, haar eerste peutervoorstelling bij theatergezelschap BonteHond.

In Superslow laat Faas drie performers associatief ontdekken en de grenzen opzoeken. De grenzen van hun omgeving, hun lichaam en soms ook van elkaar. Uit drie kubussen in primaire kleuren steken handen, voeten, de kubussen worden veilige huisjes, gevangenissen en hoge torens. Dit alles door de drie performers in razend tempo en met expressieve hiphop uitgevoerd.

Het is een aanstekelijk energiek geheel. Veel scènes zijn ook daadwerkelijk het best te volgen als je je associatievermogen de vrije loop laat, andere hebben een duidelijker narratief. Pijnlijk is bijvoorbeeld de scène waarin twee ouders vanuit hoge torens hun kind stimuleren om de wereld te gaan ontdekken, maar hem bij elk stapje ccorrigeren of met veel ‘pas op, pas op, pas op’ waarschuwen. Hierdoor raakt het kind (integer gespeeld door Serano Pinas) natuurlijk volledig verward. Des te aandoenlijk is het als hij in afwezigheid van zijn ouders stiekem toch alle objecten verkent en daarin weer vrijheid vindt.

Het is niet Faas’ bedoeling dat kinderen Superslow helemaal begrijpen. Ze heeft er bijvoorbeeld veel citaten van onder andere computerspelletjes in verweven (die goed passen bij de spannende compositie van Mauro Casarini), iets wat de meeste peuters en kleuters niet direct zullen oppikken. Maar dat levert ook weer veel komisch strakke en snelle bewegingsmogelijkheden op voor de dansers, waar de sterke Ali Zanad en Lisa Panjoel zich goed in thuisvoelen.

De intense soundtrack, vele coole moves en grappige poses maken Superslow tot een overdonderend half uurtje. Extra bijzonder is trouwens dat dit project ook heeft geleid tot een gedichtenbundel getiteld ‘Morgen durf ik alles’, deels geschreven door theatermakers van BonteHond, waarin een aantal echt mooie teksten zijn opgenomen. Zo daagt BonteHond zichzelf uit om te experimenteren, ook buiten de veilige muren van het theater.

Foto: Kamerich & Budwilowitz