Een eigen Marvel-film zit er niet in voor superheldin Joyce. Andere helden kunnen gebouwen optillen of boeven bevriezen, terwijl zij alleen met knakworsten kan gooien. Thuis zit ze opgescheept met een slimmer zusje, op school met een cooler vriendje. Maar met een beetje hulp van het publiek komt het toch nog goed. In Superloeser neemt theatergroep Lefkop het op voor de heldinnen die zich niet zo super voelen, maar het wel zijn.

Het ziet er slecht uit voor de inbreker die net een dure kroon probeert te stelen. In vol ornaat verschijnt Super Joyce (Elène Zuidmeer) op het toneel om in te grijpen. Haar superkracht – het bekogelen van de tegenstander met worstjes – haalt echter maar weinig uit tegen de slechterik. De kroon is gestolen, en Joyce gaat beteuterd naar huis.

Eenmaal thuis moet ze aanhoren hoe haar zus alleen maar hoge cijfers haalt. Op school wordt de dag van Joyce niet veel beter. Ze is heimelijk verliefd op Jerry (Dennis Jongejan) die hun leraar kan bevriezen en doorspoelen, en boeven moeiteloos de baas is. Voor vliegen met een cape op haalt ze een magere 3-, terwijl Jerry een 9 haalt. Zo iemand kan nooit op haar vallen, vertrouwt ze de kinderen in het publiek toe.

Als ze hen vraagt wat voor superkrachten nou echt vet zijn, komen er een paar verrassende antwoorden. ‘Telekinese!’ wordt er direct geroepen, en ‘Teleportatie!’. Joyce is het volmondig eens met haar publiek: dat zijn inderdaad vette superkrachten. Het laat maar zien hoe de kleinsten onder ons al helemaal zijn ingewijd in superheldenverhalen. Ze zijn cool, omdat ze coole dingen kunnen doen. Schrijver en regisseur Tim Kamps focust echter niet op de hoogvliegers, maar op de jongens en meisjes die de hoogvliegers bij moeten benen.

Gelukkig krijgt Joyce wel de kans om alsnog de dag te redden. Als ze zich troost met de gedachte dat er toch geen superschurk langs zal komen, verschijnt daar Superschurk (Carl Hoogvliet), die het diamantje in de eerder gestolen kroon handig kan gebruiken voor een gevaarlijk superwapen. Met dat wapen wil hij alle kinderen in volwassenen veranderen, en natuurlijk zijn daar vrijwilligers uit de zaal voor nodig. De eerste pogingen willen nog niet zo lukken: het breed lachende jongetje dat gekozen werd krijgt een nepbaard opgeplakt, maar volwassen is hij niet. Het snode plannetje gaat verder, maar gelukkig is de redding nabij. Joyce moet flink aangemoedigd worden door Jerry en het inmiddels erg enthousiaste publiek, maar dan blijken haar knakworstgaven toch handiger dan verwacht.

Publieksparticipatie en fysiek spel doen het altijd goed in jeugdvoorstellingen, en Lefkop maakt er gretig gebruik van. Vooral in Zuidmeer krijgt de onzekere superheldin de jongens en meisjes in de zaal gemakkelijk aan haar kant. Technisch wordt de voorstelling interessant in een strakke slapstickchoreografie, waarin Jerry in slow-motion misdadigers in elkaar slaat. Even zien we weer de blockbuster-superheld die in slow-motion iedereen de baas is. Maar het is natuurlijk Joyce, de Wonder Woman met knakworstkrachten, die het publiek voor zich wint.

Foto: Nicoline Rodenburg