‘All right Mr. DeMille, I’m ready for my close-up.’ Wie kent niet het beeld van Norma Desmond – de aan lager wal geraakte diva uit Billy Wilders Sunset Boulevard – die krankzinnig naar de camera sluipt? En welke musicalfanaat heeft niet Andrew Lloyd Webbers gelijknamige musical gezien, met steractrices als Patti Lupone, Glenn Close, Simone Kleinsma of Pia Douwes in de hoofdrol? Het moge duidelijk zijn: wie Sunset Boulevard wil opvoeren, heeft flink wat waar te maken.

Ria Jones weet dat als geen ander: in 2016 ging ze op als Norma, voor een boos publiek dat betaald had om Glenn Close te zien. Wat begon met een leeglopende zaal, eindigde met staande ovaties. Die ovaties zijn terug, ditmaal in Koninklijk Theater Carré. Samen met regisseur Nikolai Foster maakt Jones de hooggespannen verwachtingen meer dan waar.

Strikt gezien is Sunset Boulevard het verhaal van Joe Gillis, een jonge schrijver die probeert te overleven in het snelle Hollywood. Om aan zijn deurwaarders te ontsnappen schuilt hij in de afgelegen villa van Norma Desmond, een icoon uit de tijd van de stomme film. Norma aast op een comeback, en biedt hem een fiks salaris in ruil voor zijn diensten. Joe zegt toe, en trekt bij haar in. Desmond blijkt in een totale illusie te leven: elke avond worden haar films gedraaid, haar butler schrijft haar fanmail en ze is ervan overtuigd dat de wereld op haar terugkeer wacht. In Joe ziet ze haar ticket naar een tweede leven. Hij probeert te ontsnappen aan haar invloed, maar raakt meer en meer verstrikt in haar net.

Joe leeft in twee werelden: enerzijds het gehaaste, altijd bewegende Hollywood, anderzijds de statigheid en stilte van Norma’s villa. Foster weet deze werelden zo te ensceneren, dat ze de tragiek van Norma’s illusies onderstrepen. Hollywood is bijna Brechtiaans vormgegeven: alles vindt plaats in een filmstudio, compleet met felle lampen, projectieschermen en bordkartonnen decorstukken. Alle scènes zijn gekaderd en kunstmatig, Norma’s droomwereld is niet veel meer dan een lege huls. Haar villa heeft iets weg van een spookhuis, waar haar oude filmfragmenten op de muren verschijnen en verdwijnen. Terwijl ze fantaseert over haar comeback, worden wij herinnerd aan de vergankelijkheid van roem.

Andrew Lloyd Webbers musicals zijn beroemd en berucht om hun bombastische kwaliteiten. Meeslepende muziek en grootse emoties worden niet geschuwd, en dat is niet anders in Sunset Boulevard. Dat deze productie toch niet zwaar aanvoelt, is te danken aan een beheerste, jazzy speelstijl van het ensemble en de hoofdrolspelers. Met name Danny Mac als koele Joe Gillis is een prettige aanwezigheid, en een mooie tegenspeler voor Ria Jones, die als Norma Desmond meer pathos in het spel brengt. Adam Pearce is als Max von Meyerling een ongrijpbaar mysterie: een mengeling tussen bediende, vaderfiguur en geliefde, die alles op alles zet om het sprookje in stand te houden. In dat sprookje leeft Norma Desmond: diva, kind en vampier tegelijk. De dubbelheid van deze figuren maakt het spookhuis des te griezeliger.

Griezelen, daar draait het om in Sunset Boulevard. Wat in de oorsprong een film over het Hollywood uit de jaren vijftig is, voelt nog steeds actueel aan. Zeker in een theater als Carré, waar zoveel grote namen hebben gestaan. En zeker met een premièrepubliek vol grote namen, die al dan niet zelf te maken hebben met roem en de vergankelijkheid ervan. De vergane glorie van Norma Desmond en haar vergeefse pogingen om het terug te winnen is veel enger dan het huis waar ze in woont. De angst om vergeten te worden is de ware nachtmerrie.

Foto: Manuel Harlan