‘Alle ellendelingen achter de deur!’ schreeuwt een bewaker en de kooien waarin we zitten worden afgesloten. We bevinden ons in een bedompte ruimte in de voormalige gevangenis Wolvenplein te Utrecht. De mannen en vrouwen zijn al van elkaar gescheiden en in aparte kooien gezet. Van achter grote hekken kijken we naar de montagevoorstelling Laat maar zitten, gespeeld door acteurs, ex-gedetineerden en bewakers – niet voor het eerst werkt regisseur Floris van Delft deels met ervaringsdeskundigen, deels met acteurs.

Laat maar zitten is onderdeel van de theatervoorstelling Straf. Het andere onderdeel – Straffe bak – begint drie uur eerder; en laat je aan den lijve ondervinden hoe het is om achter de tralies te zitten. Het publiek van Straffe bak eindigt (weliswaar in een aparte kooi) bij de voorstelling Laat maar zitten.

Zodra je zit neemt Arend Brandligt, die in zijn rol als rechterhand van de gevangenisdirecteur de avond aan elkaar praat, ons mee in een interessante gedachtegang. Als u een misdaad zou begaan, vanuit welke emotie zou die ontstaan? Onbegrip, jaloezie, haat? En welke misdaad zou dat dan vervolgens kunnen zijn? Wie van het publiek durft zichzelf dat af te vragen? Brandligt vraagt ons, zichtbaar geamuseerd, daar eens op door te denken: welke straf zou terecht zijn voor de misdaad die je verzint? Hoeveel jaar achter de tralies zou je verdienen?

Laat maar zitten doet veel beroep op het publiek. Spannende dilemma’s die op de vloer worden aangestipt, worden vrijwel direct letterlijk aan het publiek voorgelegd. Hoe groot vinden wij dat een cel mag zijn? En twee gevangenen in één cel: kan dat? Is dat eigenlijk überhaupt een goede straf: vrijheidsberoving? Regelmatig krijgt het publiek een aantal minuten om met elkaar in gesprek te gaan, waarna ook echt een antwoord wordt verwacht. En ondertussen houden de ex-gedetineerden je vanaf de speelvloer scherp in de gaten.

Daaromheen voltrekken zich spannende scènes en boeiende monologen. Het autobiografische materiaal waaruit deze montage is opgebouwd is soms wat ruw, maar vaak behoorlijk confronterend. Marcel Roelfsema speelt de rationele gevangene die naar eigen zeggen geen empathie heeft, maar met zijn rustige redelijkheid het publiek om de vinger windt. Totdat subtiel gesuggereerd wordt waarom hij tot zeventien jaar is veroordeeld. Barend van Daal speelt een opvliegerige twintiger, die zichzelf op het verkeerde moment tegen de verkeerde persoon liet gaan. De ex-gedetineerden vertellen elk op hun eigen manier hun verhaal; de een met meer woorden dan de ander. Van Delft heeft dit gelukkig niet heel erg geregisseerd, daardoor blijft het voelbaar en echt.

De grootste kracht van Laat maar zitten zit hem in de verantwoordelijkheid die de makers bij het publiek leggen. Door de bezoekers al meteen in twee groepen te verdelen word je uit je comfortzone getrokken en ontstaat er een vreemd soort saamhorigheidsgevoel. Brandligt speelt daar mooi op in. Iets meer rust in de interactieve momenten zou de voorstelling absoluut ten goede komen. De vraag waar Brandligt mee begint – welke misdaad zou jij kunnen begaan? – kleurt de hele daaropvolgende kijkervaring; het maakt dat het publiek niet alleen schuldig is, maar bovendien zichzelf veroordeelt. Een spannende vondst die de afstand tot de spelers op de vloer behoorlijk slecht. Op de première ging dat nog wat te snel: iets meer voorbeelden en handvatten om het publiek aan de vorm te doen wennen zou de ervaring nog persoonlijker maken.

Maar als de voorstelling is afgelopen, als de ellendelingen weer uit hun kooien mogen en de deelnemers van Straffe bak hun eigen kleren weer terugkrijgen, heb je absoluut wat om over na te praten. Straf is geen vrijblijvende theatervoorstelling.

Foto: Anna van Kooij