Heerlijk om een choreografie te zien, zelfs al is het nog maar een preview, die een tijdje verwarring laat bestaan omtrent het eigenaarschap van een rolstoel. En waarin die rolstoel als choreografisch object wordt benut, waardoor het geheel aan artistieke waarde wint.

Jasper van Luijk heeft het begrepen. Ook al werkt hij voor het eerst met dansers met een beperking, zijn vooruitblik op het stuk dat hij volgend jaar uitbrengt tijdens Holland Dance Festival, is meteen het hoogtepunt van Step into the Future, het theaterprogramma van DanceAble. Tijdens dat minifestival zijn het afgelopen weekend diverse presentaties, expert meetings en workshops geweest ter promotie van de inclusieve dans, dans voor dansers met en zonder fysieke of andere beperkingen. Step into the Future was de grote publieksvoorstelling.

In het openingsduet van Van Luijks The sum of us leidt, tilt, vervoert en manipuleert een man, gezeten in zijn rolstoel, de vrouw die om hem heen beweegt. Prettig gezicht, zo’n dominante rolstoeler in plaats van de ‘aardige valide danser’ die zijn rolstoelpartner fraaie pirouetjes laat draaien of een enkel keertje kiept.

Even later komt hij uit de stoel, en staan ze beiden op het toneel, dansen ze samen, op voet van gelijkheid. Huh? Van wie is dat ding eigenlijk? Want een rolstoel, hoe ongelooflijk zegenrijk ook, blijft tenslotte een ding. Waar je iets mee moet in het theater.

Pas als we goed en wel minuten verder zijn, blijkt de vrouw de ware coureur te zijn. In het groepsdeel dat dan volgt, worden zij en haar stoel volledig in de dynamiek en de choreografische compositie opgenomen, en bouwt Van Luijk diverse constructies met de rolstoel als basis. Geen enkele reden om het ding als tekortkoming te zien, noch om als kijker in de gevreesde compassie-stand te schieten.

Zo ziet de beste inclusiedans (rotwoord, overigens) eruit: er wordt niet óm een beperking heen gewerkt, maar mét de mogelijkheden en consequenties ervan. En daarmee wordt de ‘beperking’ irrelevant en draagt de danser in kwestie volwaardig en autonoom bij aan het artistieke product. Er wordt niet geschipperd, niet alsof gedaan of verhuld, er wordt dans gemaakt. Punt.

Ook in het korte duet van Maikel Walker en Gihan Koster is Walkers beperking eigenlijk niet van belang. Positivisme is speels en licht, en ieder laat zien wat zijn sterke kant is. Walkers beresterke bovenlichaam stelt hem in staat Koster te overtreffen met vloerwerk dat je als toeschouwer al in je arm-, rug- en schouderspieren voelt branden.

De bijdragen van Van Luijk en Walker vormden het hoogtepunt van de voorstelling. Aardig, maar enigszins nondescript was het resultaat van het artist-in-residenceprogramma dat in het kader van DanceAble bij Codarts werd georganiseerd. Onder leiding van choreograaf Mark Brew hebben dansers uit Nederland en Polen, samen met twee dansers van Brews ‘mixed ability’ gezelschap Axis Dance Company, samengewerkt en materiaal ontwikkeld. Brew is ervaringsdeskundige als professioneel danser zonder én met beperking. Door een auto-ongeluk raakt hij verlamd en kwam hij in een rolstoel terecht.

Dergelijke autoriteiten kent Nederland eigenlijk niet. Makers met beperking zijn dun gezaaid. DanceAble heeft onder de bezielende leiding van Martine van Dijk de laatste jaren vooruitgang geboekt. Ook in de politiek staat inclusie op de kaart. Maar er is nog veel te doen.