‘Kijk naar zwarte koffers, kijk goed om je heen, kijk naar mensen die elkaar aanraken.’ Met deze woorden richt een onbekende stem zich tot ons, bezoekers met een koptelefoon op die verspreid staan in de hal van het Amsterdamse Centraal Station. Op het moment dat deze opdrachten klinken, zijn er inderdaad mensen die een zwarte rolkoffer achter zich aan trekken.

Ik kijk goed om me heen, maar zie geen mensen die elkaar aanraken. Iedereen is gehaast. De voorstelling heet Tussenland, naar idee en tekst van Marike Splint door gezelschap Roma B. tijdens het Over het IJ Festival. Op hetzelfde festival, aan de voorzijde van het Centraal Station, speelt zich Stats af door een groep die zich Space noemt. Op computerschermen kunnen belangstellenden eindeloze reeksen volgen van feiten en getallen, bijvoorbeeld hoeveel Amsterdammers op dat moment aan vlees hebben gegeten, wat ze hebben gedronken, hoeveel mensen er dronken zijn, hoeveel kinderen er zijn geboren (op maandagmiddag 7 juli half vijf waren dat er 23, en de 24ste ‘was onderweg’) en nog veel meer. Een duizelingwekkende en intrigerende hoeveelheid cijfers en statistieken, conform de ondertitel van Stats ‘your daily portion of truth’. Ook aan deze voorstelling is Marike Splint verbonden, als dramaturg en onderzoeker.

Het documentaire theater van Stats is zonder meer boeiend. De cijfers van wat de mens allemaal drinkt, eet, aan social media doet, prostituees bezoekt of prostituee zijn, verzekeringen oplicht, transpireert, zich op Facebook begeeft of dating sites bezoekt is duizelingwekkend; soms lopen de getallen in de miljarden en de getallen tollen maar door. Deze ‘real time statistieken’ hebben een weldadig effect op de bezoeker: je beseft dat je als individu onderdeel bent van de geweldige machinerie die de mensheid is. Die mensheid steelt fietsen, pleegt misdaden, maakt zich schuldig aan fraude en mishandelt dieren. Allemaal zaken waar we niet of nauwelijks bij stilstaan, zeker niet in de vorm van getallen. Neem een feit als het volgende: ‘Vandaag hebben wij 324,474 liter koffie gedronken.’ Of: ‘Vandaag hebben we 608, 388 liter alcohol gedronken.’ Dat zou dan slaan op 12 juni 2014 om 20.02 uur, en dan alleen in Amsterdam. De groep interpreteert niet; er is dus meer alcohol dan koffie genuttigd. Zou dat kloppen? En op datzelfde tijdstip zouden alle Amsterdammers gezamenlijk 88,896 kilo suiker hebben opgelepeld. Ondertussen spelen enkele actrices een spel met toevallige voorbijgangers; stellen vragen en betrekken hen bij de harde getallen.

De beide performances vullen elkaar fraai aan; de bezoeker is vrij in zijn keuze, maar eerst Stats en dan Tussenland heeft een versterkende werking. De tekst van Tussenland is prachtig van poëzie. Wij als bezoekers blijven min of meer verborgen tussen de hoog opgaande, bakstenen zuilen staan van het door Cuypers ontworpen stationsgebouw. Omdat we geen deel uitmaken van al die gehaaste reizigers kunnen we vrijelijk naar hen kijken, hen bestuderen en bespieden. Mooi is de waarneming die de stem ons toevertrouwt van ‘zoekende toeristen’ en ‘doelgerichte forensen’. Fraai is ook de sensatie die we ondergaan over de positie tussen individualiteit en collectief: de bezoekers met hun witte koptelefoon zijn buitenstaanders, voyeurs.

Opeens komt een op het eerste gezicht verwarde reizigster op met een koffer; zij is actrice Ilke Turpijn die ook de stem inspreekt. Ze opent de koffer en we zien een draaiende speeldoos. De symboliek van het stationsgebouw met aankomende en vertrekkende mensen, met een alles overvleugelende anonimiteit is prachtig in de taal uitgedrukt. Tussenland in combinatie met Stats is een bijzondere theaterervaring.

Bij Tussenland moest ik sterk denken aan teksten van Peter Handke, zijn beroemde Publikumsbeschimpfung bijvoorbeeld. Daarin bepleit hij, net zoals Marike Splint, een andere houding in het leven die vooral neerkomt op opnieuw leren kijken, aandachtig, gedetailleerd. Of, zoals de tekst zegt: ‘Kijk naar de mensen die voorbijlopen. Kijk beter, kijk platter.’ En dan, aan het slot, klinkt The Doors in je oren met het weergaloos geweldige lied over vreemdeling zijn: People are strange’, met regels als: ‘People are strange when you’re a stranger / Faces look ugly when you’re alone.’

foto Saris & Den Engelsman