De lijn tussen voortuitgang en achteruitgang is dun. Een eclectisch feest dat verschillende mensen bij elkaar brengt, kan zomaar uitmonden in een ruzie tussen twee kampen. En daar waar verschillende kunststromingen bij elkaar komen en iets nieuws ontstaat, kan dat ook zomaar een achteruitgang betekenen.

De wereldpremière Impasse van de Zweedse choreograaf Johan Inger – onderdeel van het programma Standalone van het Nederlands Dans Theater 2 – bevraagt met een geweldige kakofonie aan mensen, bewegingsvormen en muziekstijlen wat ‘vooruitgang’ precies is en of dat begrip wel kan bestaan.

Zo wordt de cadans van een huppelende sirtaki al gauw ingehaald door de swingende elektrische tonen en bijbehorende wervelende draaien, wilde benen en sexy lachjes van stadse types. Wanneer dat bij elkaar komt, krijg je dus swingende sirtaki met supersnel voetenwerk. Als daar Michael Jackson overheen komt en nog zes dansers in glitterend bodysuit, als clown of in showmasterpak het toneel betreden…

Inger gebruikt het vooruitgangsdenken, waarin verschillende stromingen clashen, elkaar omarmen en uiteindelijk sterker maken, om daarmee de vraag te stellen of dit wel vooruitgang is. Hoe meer mensen en daarmee invloeden van salsa, jazz, volksdans en veel meer te zien zijn, hoe groter de kakofonie en hoe kleiner het huis wordt waarin al die mensen moeten wonen. Hoe kenter je dat? Wat is het alternatief? Inger roept boeiende vragen op over enerzijds de esthetiek van kunst, en daarmee verbonden de (on)houdbaarheid van een op ‘steeds méér’ gerichte samenleving.

Naast Impasse staan drie al eerder door het NDT vertoonde werken op het programma. Ohad Naharin’s Black Milk (1985) en George & Zalman (2006).

George & Zalman wordt gedanst door vijf working girls die zich verzetten tegen het mantra ‘Ignore…all concepts, all possibilities’ en ‘Don’t smoke too much’, ‘Pay your taxes’. Ze breken eruit los, om even snel weer terug te vallen in gestileerde poses en de schijn van beschaving en vrijheid. Daartegenover staan de mannen in Black Milk die, nadat ze zich ritueel hebben ingesmeerd met klei, al wiegend, wervelend en botsend hun weg vinden in een rituele dans.

In deze nieuwe context en met de historie in het achterhoofd, vormen ze contrasten op het vlak van het doorbreken van stereotypes en schijnbare tegenstellingen op gebied van gender en beschaving versus instinctief handelen.

Postscript (2005) van Sol León & Paul Lightfoot op de minimalistische muziek van Philip Glass, vormt een betoverend minimalistisch en repetitief werk. Pianist Jan Schouten blies de dansers bijna weg met zijn trillende tonen en zachte, trefzekere spel. Of althans, dat had gekund, ware het niet dat de dansers met evenveel muzikaliteit elke aanslag een extra vibratie geven via hun lijven. Zoals wanneer twee benen als de wijzers van een klok draaien voor het lijf van één van de dansers, dat rechtop staat, oftewel zes uur aangeeft. De tijd vertraagt, versnelt en vertraagt, zodat je uiteindelijk bijna meditatief staart naar die armen en benen, die zomaar de tijd vereeuwigen.

Foto Impasse: Joris-Jan Bos