Een jongeman staat aan het bed van zijn moeder. Ze is getroffen door een beroerte; afasie en geleidelijke geestelijke aftakeling vormen haar toekomstige lot. Zij was een vrouw van de taal, speelde glansrollen in het amateurtoneel. Haar ongekend rijke woordenschat vormde de verbale schatkist van de zoon. Met deze inzet begint de voorstelling Sprakeloos op de planken, een monoloog door schrijver en performer Tom Lanoye.

In 2009 verscheen Lanoyes even virtuoze als aangrijpende roman Sprakeloos, over zijn moeder die haar spraakvermogen verliest. Maar de roman is meer: Lanoye maakt de balans op van zijn jeugd als slagerszoon. En de roman is nog meer: het is een loflied op de rijkdom van de taal. Nu de schrijversmoeder haar taal verliest, stelt de zoon zich voor de opdracht haar taal voor altijd levend te houden. Tussen de kaften van een boek. En op het podium.

Lanoye draagt in een meeslepende soloperformance bijna drie uur lang de voorstelling. Op het toneel een stoel met buisframe. Verder niets. Tegen de achterwand een sobere projectie van een lege, kille ziekenhuisgang. Later zien we een portret van zijn moeder in uitbundig toneelgewaad. Dan, als hevig contrast, haar uitgemergelde gezicht op haar ziekbed dat haar sterfbed zal zijn. En een portret van haar echtgenoot de slager, zijzelf en de jonge Tom Lanoye. Het blueslied This Bitter Earth van Dinah Washington en Max Richter begeleidt dit roerloze beeld, en performer Lanoye staat er net zo roerloos voor. Zijn silhouet scherp afgetekend tegen het zwart-wit van de oude foto.

Dit is de enige theatrale vorm in Sprakeloos op de planken. Lanoye, ingetogen in het grijs gekleed, wisselt in zijn uitvoering van voorlezen naar acteren. In werkelijkheid staat hij de hele voorstelling door aan het bed van zijn moeder en waaieren de verhalen over ooms, tantes, broers, zussen, buren, vader en vooral de moeder uit om telkens, op miraculeuze wijze, terug te keren bij het bed van zijn moeder. Een exemplaar van het boek biedt Lanoye houvast. De intieme, aangrijpende scènes over de vroegere oogverblindende schoonheid van zijn moeder en haar huidige verval leest hij voor.

Maar een voorlezende Lanoye is slechts een halve Lanoye. Hij is toneelspeler en performer pur sang. In briljante scènes komen ze aan ons voorbij: de kijvende moeder en dochter als buren. De dronken cafébezoekers. De mannen die op ratten jagen als bij hevige regenval de straten overstromen. Heel die bonte stoet van kleurrijke dorpelingen roept Lanoye op met gusto, met verve en acteerkracht. Elk personage schetst hij tot in de kleinste details.

De voorstelling heeft een prachtige opbouw en werkt met treffend gekozen, dramatische tegenstellingen. Vlak voor het finale afscheid neemt Lanoye de toeschouwer mee naar een bijzonder moment: hoe zijn moeder zich opmaakt. Lippenstift, nagellak, het zwarte oogpotlood, elke handeling roept hij op. Het klinkt euforisch; zijn moeder heeft haar lot overwonnen. Totdat zij plots haar haren gaat kammen met een Hema-wekker. Weg blijdschap.

In de laatste scène is het toneelbeeld leeg; we kijken tegen de bakstenen wanden van het toneelhuis. Lanoye zegt zijn moeder vaarwel. Op de rand van haar sterfbed neemt hij zich voor altijd te blijven schrijven en op te treden om de stilte te doorbreken, om haar stem met zijn moedertaal altijd te laten klinken. Daarom zijn de laatste woorden van boek en optreden zo fantastisch gekozen: ‘Begin. Begin.’ Sprakeloos op de planken is ijzingwekkend theater.

 

Foto: Phile Deprez