Als het publiek binnenkomt klinkt het al, het omfloerste, pulserende ritme. Zachtjes, als de bastonen van een housetrack die bij de buren gedraaid wordt. De hoge tonen zijn eruit gefilterd, wat resteert is de stuwende puls.

Dan gaat langzaam het licht aan en ontwaren we een met witte tape afgebakend vierkant op de voor de rest lege vloer. In de meest verre hoek staan twee danseressen, de een (Lilian Steiner) naakt, de ander (Melanie Lane) in een sobere jurk. Volstrekt synchroon maken ze hun bewegingen. Eerst vooral met de armen en de handen, een soort dansante gebarentaal, later met lichte kniebuigingen.

Als ze hun plekje verlaten, voorzichtig, schoorvoetend, wordt het vocabulaire van de bewegingen groter. Soms zwaait er een heup of wordt er voorover gebogen. De ruimte wordt verkend. Een enkel sprongetje hier, een scherpe bocht daar. Af en toe zwelt het monotone geluid licht aan maar telkens heel zacht. Alsof het bedwelmende karakter van de performance niet verstoord mag worden.

Want bedwelmend is het. Door het perfect synchrone dansen, waarin zelfs de hoekige bewegingen elegant en vloeiend zijn. Volstrekte harmonie, zou je zeggen. Een esthetisch wonder.

Maar toch wringt er iets. Het is niet alleen die enkele oogopslag die suggereert dat we hier meer zien dan een proeve van lichaamskunst. Waarom is Steiner volledig ontkleed en draagt Lane een jurk? Wil choreografe Lucy Guerin duidelijk maken dat we hier kijken naar twee kanten van een zelfde persoonlijkheid? Met het naakt als symbool voor de pure en onschuldige kant?

Het zou zo maar kunnen want precies halverwege Split worden we wreed wakker geschud als de dans stopt en met witte tape de vloer in twee gelijke helften wordt gedeeld. Ineens moeten de dansers het doen met de helft van het speelvlak en is het gedaan met de harmonie. Nu staan ze tegenover elkaar, moeten ze zich opnieuw tot elkaar verhouden.

En dat gaat zo verder. Parallel aan het steeds halveren in tijd van de secties, gemarkeerd door een telkens wisselende lichtstand, wordt de ruimte gehalveerd. Totdat er een minieme ruimte over is. In elk deel verhouden Steiner en Lane zich anders tot elkaar. De ene keer lijken ze een intieme vriendschap te koesteren om in een volgend deel te vervallen tot een felle strijd, uitmondend in kannibalisme.

Split laat zich op vele manieren interpreteren. Als we al niet getuige zijn van een innerlijke strijd van één personage, dan toch zeker van de vele hoogte- en dieptepunten die zich kunnen voordoen in een intense relatie.

Tegelijkertijd is Split door Steiners naaktheid een ode aan het lichaam. Met seksualiteit heeft dat niets te maken, eerder verwijst het naar een gevoel van vrijheid. Of pure schoonheid. Telkens als de vrouwen met het tape de speelvloer verkleinen veegt Steiner met een handdoek het zweet van haar gezicht. Maar de kleine pareltjes op haar rug laat ze zitten. In het subtiele licht vormen die een zacht glimmende laag op haar huid. Ook in dat soort details is Split een indrukwekkende voorstelling.

Foto: Gregory Lorenzutti