Hoe stel je als theatermaker volkerenmoord aan de orde zonder te vervallen in een vlammende aanklacht die de toeschouwer verontwaardigd, maar tegelijk machteloos achterlaat? In ieder geval niet door keihard in your face de gruwelen te laten zien of met een geheven vingertje te getuigen. Dat heeft het Spaanse gezelschap Azkona&Toloza goed begrepen.

In hun documentaire-theater-trilogie Pacifico vermijden de makers Laida Azkona Goñi en Txalo Toloza-Fernández, in ieder geval in dit tweede deel Southern Lands/Tierras del Sud, die valkuil door de verschrikkingen zorgvuldig te doseren. En belangrijker nog: zodanig te presenteren dat de verbeelding ermee aan de slag kan. We zien de gruwelen niet, ze worden zodanig verbeeld dat we ons er zelf een voorstelling van moeten maken. Waardoor ze nog meer onder de huid kruipen.

De genocide die Azkona&Toloza aan de orde stellen is die op de Mapuche-indianen in Patagonië, het zuidelijk deel van Argentinië. Een ver-van-mijn-bed-show? Allerminst. En niet alleen omdat Willem-Alexander en Máxima in dat gebied een ranch bezitten met 1500 hectare grond. Zij zijn slechts een van de velen die geprofiteerd hebben van het tot wingewest maken van Patagonië. De Spanjaarden maken in hun voorstelling aannemelijk hoe het neokolonialisme nog volop werkzaam is in dit uitgestrekte gebied.

De genocide vond plaats aan het eind van de 19e eeuw toen de toenmalige Argentijnse regering het leger inzette om duizenden Mapuches, de oorspronkelijke bewoners van het gebied, te vermoorden en duizenden anderen tot slaaf te maken. Maar toen er in de jaren negentig van de vorige eeuw een neoliberale wind door Argentinië ging waaien, werd Patagonië pas echt in de uitverkoop gegooid. Mensen als Joseph Lewis, een van de rijkste mannen van Groot-Brittannië, en CCN-oprichter Ted Turner schaften zich voor een habbekrats enorme landgoederen aan.

Maar de gebeten hond in de voorstelling is het Italiaanse kledingbedrijf Benetton, dat bijna een miljoen hectares kocht om er schapen te laten grazen. Het United Colours-concern, bekend van zijn schokkende reclames, vormt een rood draadje wol in de voorstelling. De beroemde foto’s van fotograaf Oliviero Toscani worden gekoppeld aan beelden van de gepleegde misdaden in het gebied. Telkens met de witte letters op de groene achtergrond erbij: United Colors of Benetton.

Azkona en Toloza formuleren hun aanklacht gedoseerd, bijna luchtig. De toeschouwer moet zelf maar zijn conclusies trekken. De bij aanvang lege speelvloer wordt gaandeweg gevuld met objecten die nog het meest doen denken aan peuterspeelgoed. Constructies van stokken, zorgvuldig in een rij gezette kegels of gestapelde blokken. Daarbij veroorloven ze zich ook nog ‘grapjes’ als een animatiefilmpje Kapitalisme voor dummies.

Des te harder komt de scène aan waarin Laida Azkona foto’s beschrijft die gemaakt zijn van tot slaaf gemaakte Mapuches. Die foto’s krijgen we pas te zien nadat ze heeft geprobeerd het gevoel te omschrijven dat de geportretteerden ervaren moeten hebben voordat ze gefotografeerd werden. Want die foto’s zijn natuurlijk geënsceneerd, bedoeld om de gruwelen te verdoezelen. Die scène dwingt je om met andere ogen te kijken naar beelden die je anders met een soort antropologische blik bekeken zou hebben.

Het is een aangrijpend hoogtepunt uit de voorstelling die veel meer doet dan het tonen van een zwart hoofdstuk uit de geschiedenis. Azkona en Toloza laten ook zien dat er een nieuw zelfbewustzijn ontstaan is onder de Mapuches. De geschiedenis van dit gebied is nog lang niet voorbij.

Foto: Xanne Vera