Van Purcells lied ‘Under This Stone Lies Gabriel John’ tot een stevig stukje rammelende garagerock, van didgeridoo-achtige klanken ter introductie van een duistere soundscape tot een opstandige rap op vette beats: in SoundTrack Vol. 1 van De Noorderlingen klinken ze naast elkaar alsof het een volstrekt voor de hand liggende combinatie is. En in de handen van de vijf (gast-)regisseurs maar vooral in die van de zes jonge spelers is dat ook zo.

Op vijf verschillende locaties in het Groningse centrum hebben de leden van de productiegroep van de Groninger theateropleiding een prachtig vijfluik in elkaar gestoken waarvan het amper voorstelbaar is dat ze daar maar een paar weken de tijd voor hadden. Elk deel is even krachtig en intrigerend en wordt gebracht met een energie alsof hun leven ervan afhangt. Zo rennen ze, terwijl ze zichzelf nog aan het afschminken zijn, dwars door het publiek heen van deel 1 naar deel 2.

Dat afschminken is nodig ook want in dat eerste deel, dat zich afspeelt in een bovenbar van het populaire café De Drie Gezusters aan de Grote Markt, hebben de spelers zich danig volgesmeerd. Pianiste en actrice Valentina Tóth heeft in haar regie een disfunctionele familie geportretteerd. Bij binnenkomst zingen ze nog samen loepzuiver dat meerstemmige epitaaf-lied van Henry Purcell maar met de opkomst van een blootbeense actrice blijkt al snel hoe gestoord deze groep mensen is. Onder haar bontjasje draagt ze niets anders dan een beha en een slipje. Terwijl ze uitroept dat ze zwanger is roffelt ze met beide handen op haar buik, zo hard dat er rode striemen ontstaan. Ze krijgt nauwelijks aandacht van de anderen, die zijn veel te druk met zichzelf. Na een overrompelend kwartiertje staan we weer buiten, ons afvragend van welke duistere Felliniaanse film we zojuist een scène hebben gezien.

Erg veel tijd voor die vraag is er niet. Door twee doortastende gidsen worden we gemaand spoed te maken. In De Grote Roltrap, het voor een groot deel leegstaande voormalige V&D-gebouw, wachten de drie volgende tracks. De eerste performance is van danser en choreograaf Andy Smart van ‘ex-dance company’ Teddy’s Last Ride. Ter introductie van zijn bijdrage had een van onze reisleiders verteld dat Smart zich de vraag gesteld had ‘welke demonen je hebt tot je zesde’. Speelgoed dat een eigen leven gaat leiden, lijkt het antwoord. In een spannende mix van dans en film worden we meegenomen van een lieflijk bos naar een geheimzinnige werkplaats waar iemand in de weer is met poppen.

Elders in het enorme gebouw treffen we vervolgens de groep spelers onder een laag goud cellofaan terwijl op een scherm dikke lavastromen zichtbaar zijn. Later zoomt de camera in op de schuimkoppen van een branding. In deze performance onderzoekt Ariah Lester, naast veel meer, de werking van taal.  Er klinkt een rap waarin we menen Nederlands te horen. Maar het is het Nederlands zoals dat gehoord wordt door iemand die de taal niet machtig is. Vervormde stemmen, harde klanken. ‘Alles valt uiteen, vele gezichten een’, klinkt het. Het eindbeeld, waarin Lester portretten over elkaar heen monteert, vormt het prachtige slotakkoord.

Ex-Noorderlingen Jip van den Dool en Marieke Giebels laten daarna een uniforme groep mensen zien die langzaam desintegreert. Elk lid van de groep lijkt belaagd te worden door iets onzichtbaars waarna het beest in ze ontwaakt. Dat deze beestenbende heerlijk smerig kan rocken mag een wonder heten.

We eindigen op een plek die doet denken aan de eerste: op de zolderverdieping van een café. Hier gaan de spelers, in regie van de broers Matthijs en Peter van Til, los in een woeste rap-act, met stroboscopische lichteffecten en kritische teksten. Het gaat over minderheden, het maken van keuzes. Het is een soort hiphop-symfonie, hard en overrompelend.

SoundTrack Vol. 1 is speciaal gemaakt voor Jonge Harten en is hierna niet meer te zien. Doodzonde. De vijf krachtige performances verdienen veel meer publiek dan nu per voorstelling bereikt wordt.

Foto: Knelis