Hakawati zijn Syrische verhalenvertellers, die fictie inzetten om oplossingen voor de werkelijkheid te bieden. Soms zitten ze wekenlang in groepen bij elkaar, net zo lang tot ze hun fictieve problemen hebben opgelost. In SOS Earth – 99% Weerbaar, dat zaterdagmiddag tijdens Over het IJ Festival in première ging, wordt het publiek een gedachtenexperiment voorgesteld. Om de mensheid te laten overleven moet er een afvaardiging naar Mars.

Op de speelvloer in een leegstaande loods aan de NDSM-werf worden we welkom geheten door spelers Petra Ardai, Claudio Ritfeld en percussionist Modar Salama. Onze tassen moeten we in een vlak in het midden achterlaten (‘voor de veiligheid’), vervolgens nemen we op de houten banken plaats. In een losse afwisseling nemen Ardai en Ritfeld ons vervolgens mee op deze fictieve ruimtereis.

Ze worden daarbij bovendien bijgestaan door ‘de commissie’, een illuster klinkend gezelschap dat dit publiek blijkbaar als uitverkorenen voor de rit heeft geselecteerd. Die commissie is ook aanwezig, zij het niet lijfelijk; via televisieschermen spreken ze ons toe. Het zijn elf uiteenlopende personen, die allen één ding gemeen hebben: ze zijn ooit vluchteling geweest. Deze mensen zijn dus honderd procent weerbaar, benadrukt Ardai. Gedurende de reis naar Mars worden we regelmatig door deze groep mensen geadviseerd, ze loodsen ons door het grote onbekende en helpen ons nadenken over hoe we ons presenteren als we op die nieuwe plek aankomen. Zij hebben er immers ervaring mee.

Die bijdrage van deze groep, die in de vorm van een soort mockumentary door de voorstelling versneden zit, is veruit het meest interessante aandeel van de voorstelling. Want wat er daadwerkelijkheid op de vloer gebeurt is vaak erg ongefocust, wat clichématig en soms simpelweg oninteressant. Er zitten bijvoorbeeld veel momenten in waarin Ardai met het publiek interacteert, zonder dat die wisselwerking met de toeschouwers daadwerkelijk van invloed is op het verhaal, of nieuw licht op de thematiek werpt. Als losse flodders legt Ardai de antwoorden van haar publiek dan ook vaak even snel weer naast zich neer.

De verdeling is duidelijk: Ardai interacteert voornamelijk met het publiek (dat had soms op een wat gelijkwaardiger niveau gemogen, het leek af en toe alsof ze dacht dat ze een groep kinderen voor zich had), Ritfeld focust in poëtische spoken word-flarden op de anekdotische lijn. Die is overigens niet zo ingewikkeld: de negen maanden durende reis voltrekt zich in rap tempo, er is wat minimale groepsdynamiek maar iedereen schikt zich zonder echte noemenswaardige problemen al snel in zijn rol.

De voorstelling eindigt met twee evidente vragen: als we aankomen op Mars, wie stapt er dan als eerste naar buiten en – vooral – welk gebaar maken we om te laten zien dat we in vrede komen? Het is jammer dat het publiek vervolgens in kleine groepjes wordt opgedeeld en na een paar luttele minuten in een soort schoolse minipresentatiereeks hun antwoorden moet delen en vervolgens kan vertrekken. Hier laten ze echt een kans liggen om de diepte in te gaan en de fantasie te laten spreken.

De inzet om door middel van een gezamenlijk verhaal tot nieuwe inzichten te komen die vervolgens ook handzaam zijn in de werkelijkheid, is bewonderenswaardig – maar van een dergelijke uitkomst blijft de voorstelling ver uit te buurt. Want ondanks de schijn van interactie en betrokkenheid, wordt het publiek niet daadwerkelijk deelgenoot gemaakt van dit avontuur.

Het is al met al wat vlakker dan je hoopt, maar niettemin is SOS Earth – 99% Weerbaar een sympathieke poging om tot meer verbondenheid te komen.

Foto: Remco Zwinkels