The great Gatsby van Toneelgroep Maastricht lost de belofte niet in. Door Gatsby in de eerste drie scènes alleen zingend op te voeren, zonder interactie met andere personages, terwijl scène voor scène zijn imposante huis om heen wordt opgebouwd, wekt regisseur Servé Hermans de verwachting dat hier een mysterieus figuur binnensluipt die alles, ook voor ons in het publiek, zal doen kantelen. (meer…)
Als befaamde ‘talkshow-koningin’ en onverschrokken vragensteller het cruciale gesprek niet aan durven gaan met je eigen moeder. Deze weinigzeggende constatering vormt de rode draad van de theaterbewerking van Sonja Barends boek Je ziet mij nooit meer terug.
Meer dan vier decennia lang was Sonja Barend in menig huiskamer te zien. Haar doortastende en geëngageerde interviewtechnieken maakten haar tot een van de meest prominente presentatoren uit de Nederlandse tv-geschiedenis. Toen ze in 2017 – jaren nadat ze stopte als presentator – memoires uitbracht waarin ze vertelt over haar vader die in de oorlog werd weggevoerd en vermoord, maakte ze kenbaar dat ze haar moeder hier nauwelijks naar heeft durven vragen.
In de regie van Servé Hermans en de tekst van Vincent van der Valk worden haar manier van gespreksvoering in persoonlijke sferen en in professionele context gedurende de hele voorstelling radicaal tegenover elkaar geplaatst, terwijl je je kunt afvragen waarom die iets met elkaar te maken zouden hoeven hebben. Omdat de twee soorten gesprekken ook nog eens letterlijk afgewisseld worden, zorgt het bovendien op den duur voor een voorspelbare stemming.
Tegen een achtergrond van wisselende projectiebeelden is Barend achtereenvolgens in gesprek met zichzelf, haar (bij elkaar gefantaseerde) vader (Stefan de Walle), stervende moeder en met collega Ellen Blazer (Chava voor in ’t Holt). De tv-legende – incidenteel overtuigend vertolkt door Angela Schijf – wisselt hierbij tussen een principieel onwrikbare interviewer en een nagenoeg jammerend kind dat door middel van een koortsachtig vragenvuur zoekt naar antwoorden omtrent haar vader die van de ene op de andere dag verdween. Haar bekende charismatische karakter komt in dit proces nauwelijks aan bod.
De vader wordt op een innemende en beheerste manier neergezet door De Walle die ook een katholieke priester en Pim Fortuyn op ludieke wijze leven weet in te blazen. De uitwisseling met de geestelijke drijft Barend uiteindelijk tot een ontreddering die haar letterlijk op de knieën dwingt. Hij geeft haar namelijk nooit de antwoorden over de relatie tussen haar ouders, waarover haar moeder bij hem biechtte. Haar eigen dochter liet ze tot na haar dood in het ongewisse.
Als een belangrijk stuk informatie zich aandient in het kistje dat haar moeder haar naliet, geeft dit meer voer voor speculatie over de ontbrekende feiten. De les die dan ook uit de afsluitende monoloog van Barend kan worden opgemaakt is het feit dat verhalen, feitelijk of fictief, betekenis geven en brandstof leveren voor een kritische en nieuwsgierige houding. Een conclusie die doet afvragen of er überhaupt sprake is van een wezenlijke conclusie.
De memoires en het leven van Sonja Barend zouden een goudmijn moeten zijn aan inspiratie. Toch voelt het in Sonja van Toneelgroep Maastricht alsof de gelaagdheid van haar indrukwekkende verhaal en persoonlijkheid te vaak over het hoofd wordt gezien.
Waar de memoires voornamelijk licht schijnen op haar persoonlijke verhaal, is Barend hier onlosmakelijk verbonden met haar tv-identiteit. De twee werelden lijken niet zonder elkaar te mogen bestaan. Vlak voor de première nam ze afstand van het stuk.
Foto’s: Annemieke van der Togt