In versneld tempo klinkt de melodie van Tsjaikovski’s Zwanenmeer over het strand bij Scheveningen. Dansers komen op, gekleed in wit en oranje. Ze imiteren de klassieke choreografie, maar voegen er nieuwe elementen aan toe. Hevige gebaren met de armen, felle passen. Er gaat een lichte ironie uit van dit ballet, geschreven door Thom Stuart.

Dit is slechts de entre’act van het programma Solo’s@thesea door het dansgezelschap Dutch Don’t Dance Division (DDDD) uit Den Haag. Plaats van handeling is Strandpaviljoen De Fuut, gelegen aan het Zuiderstrand. Hier kan de toeschouwer de dansvoorstelling bijwonen tijdens een volwaardig menu. De Fuut is een fraaie gelegenheid waar kunsten bloeien; er is jazz, toneel en nu dus dans.

Artistiek leiders Thom Stuart en Rinus Sprong zijn verantwoordelijk voor een avond vol choreografische verrassingen. Aankomende en gevorderde dansers presenteren hun solo’s die het hele scala aan mogelijkheden met dans op intrigerende wijze vormgeven. Er is pure dans, vertellende dans; er is anekdotiek en er is een theaterverhaal. Dans die dans uitdrukt en niets meer, zoals choreograaf Hans van Manen benadrukt, werd getoond door Barbara d’Agostino die de toepasselijke song Ballerina door Van Morrison brengt. Het is een vertellend lied over het tragische lot van een ballerina wier voorstelling wordt afgezegd. Maar er klinkt troost door: ‘All you get to do is ring a bell and step right on.’ D’Agostino staat op het immense strandzand en beweegt zich stijlvol, lenig, zwiepend en zwenkend. Choreograaf Ton Simons geeft haar een gouden vorm om te schitteren; het ene moment roerloos, dan exploderend van energie.

In Rush, naar Rimksy-Korsakovs befaamde Flight of the bumblebee, verbeeldt danser Marijn Stijl perfect een zoemend insect. Hier vertelt dans een verhaal. Verinnerlijkt, somberder van sfeer ook, is Aria door Youri Jongenelen in een choreografie van Thom Stuart. De danser draagt een zwarte tutu, grijs-wit bovenlijf en verbeeldt de statige muziek van Friedrich Händel. Jongenelen vertraagt zijn bewegingen welbewust, waardoor een ingetogen still ontstaat, verzonken in zichzelf. Aan het slot verdwijnt hij in het niets en daar verschijnt de volgende danser, Richèl Wieles die op uiteenlopende muziek van Woodkind en Justin Timberlake de solo Findings biedt. Met een koffer maakt hij zijn entree en speelt hij prachtig met het gegeven van een dolende man. Als enige maakt hij doelbewust gebruik van de zandheuvels die rondom het strandpaviljoen zijn opgewaaid. Hij gebruikt de flanken ervan als een soort berghelling waartegen hij optornt. En weer valt. Dat maakt zijn solo, samen met die van D’Agostino en Jongenelen, tot een verinnerlijkt geheel.

Helemaal aan de andere kant van het spectrum, waar dans toneel wordt, is het optreden van Daniel Hayward die in De afspraak een oudere danser vertolkt die terug wil naar zijn geboorteland Engeland, maar daartoe een ‘uitzettingsprocedure’ moet volgen. Hij mislukt, want als danser heeft hij niets bijgedragen aan het culturele klimaat van Nederland. Aldus de gelijkhebberige ambtenaar. Hier komen de innerlijke overtuiging van de kunstenaar en de afwerende, anti-artistieke houding van hedendaagse politici onthutsend samen. Dankzij al deze hoogstpersoonlijke variaties en obsessies biedt Solo’s@thesea een boeiend beeld van de mogelijkheden van hedendaagse dans.

(Barbara D’Agostino, foto: Richard van der Kooij)