Al drie decennia maken choreografen Sol León en Paul Lightfoot werk voor het Nederlands Dans Theater. Met het programma Sol & Paul XXXm waarvoor een vijftal stukken uit hun zestig choreografieën is gekozen, wordt dat door het gezelschap gevierd. Een eersteling of hun vroegere geschiedenis krijgt de toeschouwer niet te zien. En vier van de choreografieën behoren tot de vaste succesnummers en werden tussen 2003 en 2007 gecreëerd.

Start to Finish (1996) is daarop een uitzondering.  In Start to Finish komen dansers Guido Dutilh en Chloé Albaret als eerste op, tussen een rij van vier slagwerkers. Voorop komt de druk gesticulerende en raaskallende man, met de vrouw achter zich, die later uit haar achtergestelde positie zal breken en het podium opeist. Pas als er even later een groep dansers op het toneel is, eerst nog in een rij, even later in cirkel om later meer inbreng van individuele dansers te laten zien, wordt ook de toenadering tussen het eerste duo persoonlijker. 

Sol León en Paul Lightfoot kiezen vaak voor klassieke muziek of componisten die in de danswereld een grote status hebben, zoals Philip Glass. In Start to Finish zit een stijlbreuk door een song van The Cranberries te laten klinken. Dat komt een beetje over als een kunstmatige ingreep om gedachten in tekst te vangen en te laten horen. Functioneel, maar niet echt verrassend. Vooral als het duo zich voor een televisie met zwart-witbeelden beweegt, als in een huiselijke situatie, en de vrouw plotseling een dikke buik heeft. 

Desondanks is Start to Finish een interesse keuze in het programma. Niet alleen omdat veel mensen het nu voor het eerst kunnen zien, maar vooral omdat een minder gepolijste versie van het werk van het duo is te zien is. Start to Finish laat zien hoe het duo in een vroege fase van hun makerschap te werk gingen en bevat een aantal elementen die later terugkomen. Hun vocabulaire is nog minder rijk, maar dat maakt de dans niet minder krachtig.

In het korte Shutters Shut (2003), een spel met gebaren  dat op het voortoneel wordt uitgevoerd terwijl op tape het ingesproken gedicht ‘If I Told Him, A Completed Portrait of Picasso’ van en door Gertrude Stein klinkt, krijgt de positie van de vrouw – aan de zijlijn als commentator, maar daarom niet minder belangrijk – een nieuwe lading. Ook hieruit blijkt de fascinatie van heersers en machthebbers van het choreografenduo. 

In Subject to Change (2003) over samenzijn en verlies – wordt de relatie tussen een man en een vrouw telkens in een ander perspectief geplaatst door de vier mannen die de rode vloer onder hun voeten letterlijk doen kantelen. Het drama wordt steeds sterker invoelbaar, met als hoogtepunt het fragiele verscheiden van de vrouw, in een adembenemende uitvoering van Yukino Takaura. Het daarop volgende Shoot the Moon (2006) met Madoka Kariya, Chloé Albaret, Marne van Opstal, Roger Van der Poel en Jorge Nozal, blijft een meesterwerk, met hier en daar surrealistisch element, en vormt een stilistisch contrast met het soms ronduit groteske Same Difference (2007) dat daarop volgt, met onder anderen de soldaat (Jorge Nozal), de warrige dichter (Roger van der Poel) en het personage Remedios (Meng-Ke Wu). 

Een jubileumprogramma met bekende werken is een veilige keuze, toch is niet iedere herneming altijd een succes. Alles staat of valt met de artistieke kwaliteit van een nieuwe uitvoering en context. Maar het programma Sol & Paul XXX heeft een meerwaarde. Door deze werken naast elkaar te zetten is een sterke balans ontstaan tussen de soms absurdistische en dan weer fijngevoelige registers. Wanhoop en waanzin kunnen in elkaars verlengde liggen, en in deze uitvoeringen wordt zelfs de bezetenheid te bevatten. Dat heeft er ongetwijfeld mee te maken dat de dansers op het toneel het werk en de ideeën van Lightfoot en Leon door en door kennen. Maar het opnieuw instuderen geeft ook ruimte om te herinterpreteren en de performance verder te verfijnen. Niet eerder viel alles zo goed op zijn plek en kwamen hun theatrale keuzes zo genuanceerd over het voetlicht.

Foto Subject to Change: Rahi Rezvani