Een jonge man, een jonge vrouw, beiden fleurig sportief gekleed, staan naast elkaar, kijken voor zich uit met een blik van ‘wat moeten we nu doen?’. Uit de coulissen verschijnt een jonge man met een opgevuld bovenlijf, als een Michelinmannetje op dunne pootjes. Hij stapt stoer en zelfvoldaan de scène op, beweegt zijn armen en handen, maakt rapbewegingen, ‘vet cool’. De twee anderen kijken verbaasd, dan enthousiast, en trekken gehaast de ene gewatteerde windjack over de andere aan. Het slapstick-spel is begonnen.

En dat zal nog een hele tijd doorgaan. De twee mannen en de vrouw, nu alle drie in dikke pakken maken er een dolle boel van. Ze tikken elkaar, botsen tegen elkaar, duwen elkaar om, ze tuimelen, tollen en vallen om. Clowneske tuimelaars zijn het die op de klanken van Sonate 28 van Mozart elkaar uitdagen, unisono dansen, elkaar speels willen overtreffen in acrobatische dansante bewegingen. De dikke jacks gaan uit, ze zwaaien met hun jassen, zwieren met elkaar, ze dollen, en dat zorgt voor veel grappige momenten.

Het woord ‘softie’ heeft dan wel een negatieve bijklank, maar zacht en vriendelijk met elkaar omgaan, is veel leuker dan stoer en agressief zijn, is de boodschap. De ene keer is het meisje stoer en cool, een andere keer dansen de jongens een teder knuffelduet. Clichés over jongens en meisjes, stoer en flauw, dans en circus worden doorbroken. Softies is gelukkig geen spektakelshow met opgeblazen circuskunstjes, maar een organische mengeling van acrobatie op de vloer en dans.

Deze creatie is van Hanna Mampuys. Zij noemt zichzelf circuschoreografe. Ze benadert het huidige circus niet als theater, maar als beweging. Softies is haar eerste productie voor kinderen en ouderen. Piet Van Dycke is danser en deed al mee in vroegere Fabuleus-producties (o.a. dUb) Hij won in 2015 de prijs voor ‘Beste Belgische & Nederlandse Danssolo’ op het Tweetaktfestival Utrecht. Leon Börgens (van Duitse afkomst) is circusartiest, performer en danser. In de voorstelling die ik zag, danste de Zwitserse circusartieste Gianna Sutterlet, ter vervanging van de geblesseerde Agustina Ballester (Brazilië). Over een week is Ballester weer van de partij.

De drie straalden een aanstekelijk spelplezier uit, ze hielden het steeds spannend. Ze stortten zich letterlijk op een lappenkussenhoop, een bergje patchwork-kussens. Lekker zacht is dat, ideaal om te vallen en je erop te gooien. Ze overbrugden steeds op andere manieren de ruimte tussen het lappenkussen en het hoopje jassen verderop, soepel en schijnbaar moeiteloos klommen ze op elkaar, stonden ze op elkaar, vielen ze op elkaar. Ze porden en dolden op de klanken van Das ist meine Freude van Johann Ludwig Bach. Ze meanderden onder, op, onder en rond het lappenkussen, ze wiegden in verstillend licht en op uitdovende klanken, het bleef boeien. Spits, raak, kunstig, steeds mild en zacht mooi.

Foto: Clara Hermans