Het is bloedheet, deze vierde zomeravond van juni. Iedere stoel tot ver bovenin de Van Nelle Fabriek in Rotterdam is bezet. Vijftien jaar na So Here We Are (2007) keert Conny Janssen terug op dezelfde locatie met So Here We Are Now.

Een nieuwe voorstelling, geïnspireerd door de oude, waarin Janssen na haar meer pure dans in Home (2017), Broos (2019) en Kiem (2019)wederom kiest voor de rafelrand en het theatrale van Rotterdam. Veertien dansers, sommige gevestigd, andere nieuw, storten zich in een rollercoaster van een uur en twintig minuten. Het geheel wordt begeleid door gecomponeerde livemuziek van en door Carlo Balemans en Marjolein Peters.

Diagonale lichtbundels beschijnen de betonnen vloer en worden afgewisseld door schaduwbanen met tussenruimtes van telkens een meter. Opdoemend uit de duisternis bewegen de dansers zich om beurten voorwaarts. Met slepende benen en armen gehuld in vintage colberts (naar een schools kostuumontwerp van Babette van de Berg) bewegen ze zich in en uit het licht. De ruimtes, van elkaar gescheiden door drie rijen pilaren, worden aan weerszijden ingesloten door metershoge stellingen.

De dansers rennen, duiken en springen, voegen zich herhaaldelijk samen als één ademend organisme. Na een goed kwartier in de voorstelling staan ze opgesteld langs de middelste pilaren. Wijdbeens en in hurkhouding rijken hun armen naar de hemel. Ze houden een imaginaire bal boven het hoofd, of is het toch de zon? Iemand schreeuwt. Het gezelschap danst achterwaarts richting het wegstervende geluid. 

Janssens choreografie verplaatst zich binnen de fabriekshal over vier podia: links- en rechtsvoor, links- en rechtsachter. De dansers staan vaak ver weg, maar voelen toch dichtbij. Het decorontwerp van Thomas Rupert draagt hieraan bij: zijn ijzer- en staalconstructies slokken je op en laten je verzuipen. Vijf schermen achterin de fabriek tonen zwart-wit video’s van de dansers. Ze worden afgewisseld met stilstaande silhouetten, die statig overal bovenuit torenen.

De soundtrack van de voorstelling klinkt filmisch, haast raadselachtig. Balemans, die ook in 2007 het muziekensemble verzorgde, heeft dit keer Marjolein Peters aan zijn zijde. Samen bespelen ze een batterij aan instrumenten: de elektrische- en basgitaar, synthesizers en percussie-instrumenten. Digitale en analoge geluiden worden continu afgewisseld. Er klinken ratels, industriële uurwerken en naderend onweer boven een landschap dat aan de Amazone doet denken.

Een aantal sterke beelden uit de voorstelling beklijven. Liza Wallerbosch wordt achteruit weggesleept, haar benen ver uit elkaar in een wiskundige passerformatie. Yanaika Holle, Maud Huizing en Toon Theunissen zijn perfect op elkaar ingespeeld. Herhaaldelijk duwen ze elkaar tegen de schouders, weg van de voorgrond. Daarbij vouwen ze hun gespreide vingers over elkaars neus, mond en ogen. De technische beheersing is opmerkelijk. Zeker omdat het voor het oog krachteloos wordt uitgevoerd. Uit de choreografie van de groep als geheel spreekt mededogen voor dit broze bestaan. Voor de chaos die het leven is, en waar de dansers ankerpunten in zoeken.

So Here We Are Now is een geslaagde weergave van een rauw Rotterdam. De voorstelling dompelt je onder in een harde wereld, met net te weinig ruimte voor lichte momenten. Toch vindt het gezelschap elkaar keer op keer terug in synchroon uitgevoerde bewegingen, zoekend naar veiligheid en beschutting. Uit een kleine gettoblaster klinkt ‘Hurt’: ‘What have I become?’ Via de diagonale lichtbundels waarlangs de dansers bij aanvang opkwamen, gaan ze nu af.  Het maakt het geheel tot een krachtig ronde voorstelling, en Johnny Cash zingt: ‘Everyone I know goes away in the end.’

Foto: Andreas Terlaak