Alsof de danseres voortbewogen wordt door een extreem gespannen veer: de fameuze danseres Louise Lecavalier brengt tijdens Julians haar performance So blue (2012). Eerst staat ze stil terzijde van het podium, daarna breekt de elektronische beat van de Turkse componist Mercan Dede los, en dan is er  geen fysieke restrictie meer mogelijk.

Van links naar rechts en terug zwenkt en zwiept ze over de vloer, gekleed in eenvoudig zwart. Met haar voorstelling So blue wil ze het lichaam tonen in al zijn mogelijkheden van expressie, zonder enige censuur. Dat lukt haar feilloos en wervelend. Lecavalier was in de jaren tachtig verbonden aan het ook al fameuze Canadese gezelschap La La La Human Steps; met haar blonde lokken in punkkapsel en haar energieke dans was zij het gezicht van deze groep, die vaak Amsterdam aandeed. De sensatie van toen is nauwelijks weggeëbd, en dat alleen al is ongeëvenaard.

Over de dansvloer zijn met tape witte vlakken afgeboord, als in een repetitieruimte. Spots met blauw licht staan aan de zijkanten opgesteld. Beroemd was destijds haar horizontale pirouette, ook wel barrel jump genoemd. Hierbij liet Lecavalier zich zo horizontaal mogelijk vallen, razendsnel tollend om haar as, in de armen van haar danspartner of bovenop hem.

Iets van deze flitsende pirouettes zien we terug in So blue, wanneer ze alle samengebalde kracht van haar voortjagende vaart uitdrukt in expressieve, vloeiende en dan weer scherp-hoekige bewegingen. Het is prachtig hoe ze met haar bewegingen een grote ruimtelijkheid kan uitdrukken, alsof de zwarte doos van het theater helemaal haar eigen wereld is. De vlakken en lijnen gloeien in de spotlights in verschillende kleuren op en lijken soms kleine, afzonderlijke podia waartussen ze zich al springend beweegt. Het is een horizontaal framework dat haar bewegingen stuurt en richting geeft.

Je zou haar bewegingsidioom kunnen omschrijven als intense onrust. Voeg daarbij de danstaal van urban dance en van de punk, en de toeschouwers zijn getuige van een sublieme hedendaagse dansexpressie. Als je naar Lecavalier kijkt, is of zwaartekracht niet bestaat en zelfs is ze in staat zich dansend op één voet voort te bewegen alsof ze op een lopende band staat. Ondertussen is ze al geruime tijd niet verbonden aan La La La Human Steps en heeft ze haar eigen, onafhankelijke groep Fou glorieux, mooi naam: glorieuze gekte.

Op ongeveer een derde van haar solo komt, heel onopvallend, haar danspartner Frédéric Tavernini op, een grote man met het postuur van een houthakker met baard en lang haar. Hij beweegt zich verrassend soepel, speels bijna. De duetten die volgen zijn van een ontroerende schoonheid door het contrast van die enorm grote man en deze tengere, ranke en tegelijk gespierde vrouwelijke verschijning. Zij gooit zich in zijn armen, glipt weer weg, kronkelt om hem heen. Aan het slot ligt zij op Tavernini’s rug terwijl hij zich kruipend voortbeweegt. Dankzij ingenieuze belichting is het alsof zij drijft op water, ruggelings, armen en benen in de hoogte. In dit duet vullen de bewegingen elkaar aan, waardoor er een grote vloeiende eenheid ontstaat. Het is alsof Lecavalier haar bewegingen doorgeeft aan Tavernini die ze aanvult, uitvergroot en weer teruggeeft. Op deze manier groeit voor de ogen van de toeschouwers een ingenieuze symbiose.

Foto: Frédéric Tavernini