‘Run away, turn away, run away, turn away’ en ‘The love that you need will never be found at home’: twee regels uit de grootse song ‘Smalltown Boy’ (1984) van Bronski Beat die de Duitse regisseur en theatermaker Falk Richter inspireerden tot Small Town Boy uit 2014. Zoeken naar geluk en opstandigheid jegens de gevestigde normen, emancipatie van de LHBTI-gemeenschap en individuele strijd voor eigen seksuele identiteit: het zijn belangrijke thema’s die in Small Town Boy samenkomen.

Regisseur Marcus Azzini van Toneelgroep Oostpool brengt, in coproductie met Internationaal Theater Amsterdam, deze voorstelling ter gelegenheid van Pride Amsterdam. Naar de vorm kiest Azzini met een cast van uitstekende acteur voor activistisch theater. De spelers richten zich frontaal tot het publiek, spreken elkaar aan met hun persoonlijke namen en doorbreken telkens de vierde wand, à la Brecht. Er zitten, in de bewerking van Ludwig Bindervoet, briljante verwijzingen in naar het hedendaagse toneel (‘Fuck De Warme Winkel, fuck projecten’) en vooral de hedendaagse politiek. Richter baseerde zijn stuk op interviews met betrokkenen, Duitse soapseries en vooral boek en film Fifty Shades of Grey. Zo ontstaat een indringende mix van cultuur en betrokkenheid.

Hoogtepunt is de monoloog van hoofdrolspeler Rick Paul van Mulligen waarin hij premier Rutte oproept niet met zijn eeuwigdurende grijns de grote politieke leiders van de wereld te spreken, onder wie Poetin, Erdogan, Trump, die zich gewelddadig fel keren tegen homoseksualiteit. Mulligens verontwaardiging over wat ‘mijn volk’ wordt aangedaan is oprecht – en meeslepend gespeeld. Halverwege corrigeert hij zichzelf én Richter als ‘schrijver dezes’ wanneer hij naar eigen smaak te veel het eigen ‘volk’ benadrukt. Op ingewikkelde en ook subtiele wijze raakt Van Mulligen verstrikt in zijn eigen woorden, waarbij hij benadrukt hoe complex en soms extreem duister de zoektocht naar seksuele zelfontplooiing is.

De voorstelling is veel, soms te veel. En behoorlijk grauw en grimmig. De strijdvaardigheid en vooral de maatschappelijke boosheid van spelers als Alex Hendrickx en Florian Myjer is weliswaar goed gespeeld, maar gaat over de rand. Voor Hendrickx was Amsterdam de beloofde stad, maar uiteindelijk belandt hij elke avond alleen thuis, zonder seks te hebben gehad, al stuurt hij nog zoveel appjes rond en is hij onophoudelijk in de weer op datingsite Grindr.

Dat geldt ook voor de monologen van Myjer: gelukkige seksualiteit lijkt onmogelijk. Terecht houdt actrice Soumaya Ahouaoui de spelers voor dat het begrip ‘uit de kast’ komen uit den boze is. Je bent wie je bent, zoals je bent, wat je bent. Verslaafdheid aan porno geeft Leandro Ceder weer in een monoloog waarin hij weergeeft hoe online-porno hem (of eigenlijk: zijn personage) totaal in de greep heeft, en gek maakt.

Een mooie, geheimzinnige zangrol is weggelegd voor countertenor Benjamin Abel Meirhaeghe, die van het lied ‘Smalltown Boy’ een schitterende versie speelt, omkranst door rook en felrood licht. Een voorstelling als deze past in de regies die Azzini de laatste jaren deed, bijvoorbeeld met Allemaal mensen en People, Places & Things: persoonlijke verhalen tot theater verheffen. Het gevolg hiervan is dat de voorstellingen extreem caleidoscopisch zijn, want iedere individuele ervaring ís theater. Elke toeschouwer zal een andere sleutel vinden tot al deze ontboezemingen of een ander antwoord op zijn of haar klemmende vragen.

Aan het slot klinkt door de luidsprekers een indrukwekkende lijst van kunstenaars die voorvechters zijn van de emancipatie, variërend van David Bowie tot Gerard Reve, van Virginia Woolf tot Jeroen Willems en Frans Kellendonk. En tientallen meer. De sobere, donkere toon waarop de namen worden voorgelezen zegt veel over de ernstige sfeer van de voorstelling. Het zijn vooral Van Mulligen en Myjer die de noodzakelijke humor brengen. Deze overrompelende hoeveelheid zorgt ervoor dat Small Town Boy een voorstelling is die me na afloop deed duizelen, want als er één ding zeker is dan is dat de dramatische complexiteit van een jeugdige ‘small town-jongen’ die bevrijding zoekt in een oververhitte stad als Amsterdam.

Foto: Sanne Peper