Het theatergezelschap is ruim bemeten en afkomstig uit vele disciplines: pakweg een dozijn spelers vormen de aanwezigen op het podium in de voorstelling Simpele uitdrukking van een complexe gedachte door De Theatertroep en De Dansers. Via Amsterdamse opleidingen als Rietveld Academie, Conservatorium, Theaterschool school en Wijsbegeerte hebben de leden van De Theatertroep hun weg naar het podium gevonden. De Dansers is uit Utrecht afkomstig, en nu spant het geheel samen in de voorstelling Simpele uitdrukking van een complexe gedachte.

Nadrukkelijk afficheren de beide groepen zich als een collectief, en ook is de voorstelling collectief tot stand gebracht. Iedereen heeft een eigen stem, een persoonlijke inmenging. In Simpele uitdrukking… blijkt die collectieve passie soms goed, soms averechts te werken. De voorstelling leunt zwaar op het werk van Maatschappij Discordia. Dezelfde manier van belichten vanaf de zijkanten, het werken met ruwe theatergordijnen en een anti-theatrale speelstijl. De acteurs en actrices staan zo ‘gewoon’ mogelijk op de bühne. Van enige aantrekkelijke toneelaanwezigheid geen spoor. Al zijn enkele spelers afkomstig van een opleiding tot de podiumkunsten, je ziet er bar weinig van terug. Ingezakte houding, eentonige dictie, geen enkele bekommernis om zoiets als présence. Het gewone moet gewoontjes zijn, en daar schuilt precies het kwaliteitsverschil met Maatschappij Discordia: bij dit laatste collectief is het gewone een welbewuste en uiterst delicate stijlvorm.

Waar gaat Simpele uitdrukking… over? De voorstelling opent met gespreksflarden die heen en weer schieten tussen de spelers. Onaffe zinnen, fragmenten van gedachten. Soms banaal en terloops, soms interessant. Een van de spelers, die ook gitarist en muzikant is, zegt: ‘Ik heb vannacht geen oog dichtgedaan. Geen oog.’ Vooral die nadrukkelijk herhaling van ‘geen oog’ werkt goed. De zanger is trouwens de meest perfecte aanwezige op het toneel. Zijn stem is goed, hij heeft stijl en klasse.

Na dit intro rennen de acteurs heen en weer, waarom, dat is onduidelijk. Het lijkt eerder een opdracht op de schoolopleiding van de docent (‘Hard over de vloer rennen en oppassen, niet tegen elkaar botsen!’) dan een heuse en volwaardige theaterscène. Na het geren volgen enkele toneelmomenten, onder meer over het opkomen op het podium. Als iemand opkomt, dan moet er iets gebeuren, luidt de stellingname. En vervolgens komt een voltallige groep van acht spelers op, maar er gebeurt niets. Deze scène zou een metafoor moeten zijn voor het theater, maar het werkt niet echt goed. Er is teveel ongearticuleerd toneelspel mee verbonden, zowel door de acteurs als actrices.

Aan het slot komen de spelers op verkleed als olifant en giraffe, en dat is het. Tussendoor is er nog geweldige dans, dat moet gezegd, dat is het sterkste aandeel van de voorstelling. Krachtig, strak, ritmisch en beweeglijk geven twee danseressen een dynamische performance. De Theatertroep heeft hoge ambities van zichzelf, maar lang niet altijd wordt dat waargemaakt. Wat opvalt is het volkomen gebrek aan enige actualiteit in de teksten. Het is alsof de wereld buiten hun eigen minimale toneeldomein niet bestaat. Zoveel betrokkenen die hun eigen tekst mogen zeggen en hun hyperindividuele toneelkunst mogen doen, en niemand die op welke manier dan ook naar iets verwijst dat met de actualiteit te maken heeft. Dat is nogal verbijsterend. En ook teleurstellend, want heeft de werkelijkheid dan niets te betekenen voor deze theatermakers met een nogal ijle, losgezongen visie? Een beetje meer Mightysociety bijvoorbeeld, of brandend actuele onderwerpen die de laatste tijd volop aanwezig zijn en wat minder Discordia-imitatie zouden Simpele uitdrukking… goed doen. Wat nu blijft is een voorstelling zonder weerstand, die de betrokkenen vooral voor zichzelf lijken te maken. Ook en vooral qua spel wint de voorstelling eraan minder particulier en klein te zijn. Gewoontjes toneelspel is kennelijk de norm, en dat is te weinig.