Dans beoordelen op inhoud is lastig, want wat is inhoud precies? De bewegingen? Het verhaal? Hoe het eruit ziet? Waar het over (lijkt) te gaan? Silver, de nieuwste voorstelling van Nanine Linning, roept deze vragen op omdat het de grote ambities op het conceptuele vlak niet waar maakt, maar toch ontzettend mooi is om naar te kijken.

De voorstelling moet gaan over de invloed van technologie op onze samenleving, en wil een toekomst verbeelden waarbij mens en machine steeds meer op elkaar lijken. Dit idee wordt op het podium vertaald naar Barbie-robots (allemaal hetzelfde masker met blonde pruik) in zilveren catsuits, die op verschillende manieren de interactie aangaan met hulpeloze mensachtige wezens, die nu eens op pasgeboren baby’s, dan weer op uit het ei struikelende kuikens lijken. De robots zijn robotachtig: ze bewegen machinaal, met strakke armbewegingen en hun benen altijd in demi plié. Als ze elkaar aanraken of ronddragen heeft dat even een vervreemde werking, maar verder is het beeld voor iedereen die enigszins bekend is met science fiction niet echt spannend.

Wat wel spannend is, zijn ‘menselijke’ intermezzo’s. Een man en vrouw kruipen vanuit twee paar robotbenen tevoorschijn, en worden vervolgens door het robotleger als twee lappenpoppen gewiegd. Zo zonder spierspanning hebben ze iets weg van weekdieren, compleet hulpeloos en als was in de mechanische handen die hen bespelen. Dan krijgen ze langzamerhand wat meer bewegingsvrijheid, en helpen elkaar op eigen benen staan, wat resulteert in een adembenemend duet. 

Nog zo’n mooi moment is de solo van Emma Välimäki, waarbij zij begint als een met slijm bedekt wezen dat langzaam door de robots afgepoetst wordt. Ook haar eerste stappen als klunzig zoogdier zijn spectaculair. Ze beweegt zich zowel onhandig als uiterst dramatisch voort: met hoge ronde de jambes, onmogelijk diepe cambrés en schokkerige stappen op de bal van haar voet. Je zou uren naar haar kunnen kijken.

Silver zit vol met dat soort prachtige beelden: de robots die zich langzaam transformeren in Umberto Boccioni-achtige futuristische sculpturen, een mensenpaar dat door een TL-buis wordt verlicht als lagen ze onder een minimalistische zonnebank, dansers die als verschrompelde dumplings uit een kist komen gekropen, en een draadjesmonster dat door de robots verjaagd wordt met stroboscoopgeweld. Het is allemaal fascinerend om naar te kijken, maar welk punt Linning wil maken wordt nooit duidelijk. De menswezens zijn steeds afhankelijk van de robotwezens, en de robotwezens worden minder ijzig naarmate ze hun pruiken en maskers aan de wilgen hangen, maar wat Linning ons nou mee wil geven over de toekomst, blijft eigenlijk een raadsel.

 Foto: Annemone Taake