In de verte schieten de lichten van een vuurtoren voorbij. Als verloren jutters doemen vier sopranen op, die je als dwaallichten verleiden met hun betoverende zang. Het publiek staat in een meterslange rij op het uitgerekte strand bij West aan Zee. Maar als de vier zangeressen gestaag richting de branding lopen, volgen we ze inderdaad als betoverd.

Componisten Rob van Rijswijk en Jeroen Strijbos kregen een strook strand van een kilometer breed tot hun beschikking voor Signaal bij schemerdonker. Net als vorig jaar ontwierpen ze een geluidswerk dat geïnspireerd is op de klanken van land en zee. Overdag is dat kunstwerk te beluisteren binnen het voor Oerolbezoekers gratis toegankelijke expeditie-programma, onder de titel Signaal aan Zee. Maar in de avond, vlak voordat de zon ondergaat, is er in dat kunstwerk een voorstelling te beleven.

Signaal bij schemerdonker is een ‘dwaalopera’: de vier sopranen en het publiek dwalen over de kilometerslange strook rondom strandpaal 9. Op verschillende plekken zijn grote palen neergezet met speakers, waar een intrigerende soundscape uitkomt – die hint naar het snerpende gekrijs van de wind, het fladderen van meeuwen of het monotone geluid van scheepshoorns. Het geluidsdecor lijkt inderdaad zo uit de locatie ontsproten. Lichtontwerper Floriaan Ganzevoort plaatste bovendien een groot lichtkunstwerk op het duin, dat ons als een vuurtoren door het landschap navigeert. Het andere lichtkunstwerk – de zon – hield zich vrijdagavond bescheiden op afstand achter een wolk.

In het openingsdeel volgen we de sopranen Bauwien van de Meer en Linde Schinkel en mezzo-sopranen Els Mondelaers en Michaela Rienerals als ze langzaam maar gestaag de zee inlopen, het schuimend water tegen hun regenlaarzen omhoog klotsend. Een prachtig beeld, dat ruw doorbroken wordt door het harde, lage geluid van een misthoorn. Ze stuiven uiteen, terug het strand op. Nu mag het publiek zelf door de performance dwalen. Flarden van dichtregels komen voorbij, net niet verstaanbaar, net als deze dwalende zangeressen ongrijpbaar. Soms dwaalt een van de sopranen ineens van dichtbij voorbij, wat de zang en muziek vanuit de speakers een nieuw reliëf geeft.

Maar zo sferisch als dit locatieproject is, zo summier is het op inhoudelijk vlak. Strijbos en Van Rijswijk hanteren een zeer associatieve beeldtaal, en waken voor concrete duiding. Het dwalen zit niet alleen in de vorm, maar is ook in de inhoud doorgevoerd. Dat geeft de voorstelling een zeer poëtisch, maar ook een zeer vrijblijvend karakter. Het is absoluut geen straf om een uur lang over dat uitgerekte strand te slenteren tegen de achtergrond van zo’n licht- en geluidsdecor. Maar het is jammer dat het achtergrond blijft.