Zijn voet schuift razendsnel heen en weer over de vloer. Het is alsof riverdancer en choreograaf Colin Dunne een hardnekkige vlek probeert uit te poetsen. Hij krabt eens op zijn hoofd, wat eenzelfde geluid produceert. Zo ontstaat een jeuk die eindigt in een gekmakende krabdans, gestimuleerd door de wrijfgeluiden die de computer achter hem produceert.

Het is maar een van de kleine monumentjes in Sessions, waarin de relatie tussen muziek en dans en tussen choreografen en muzikanten wordt onderzocht. In een humoristisch samenspel gaan dansers en choreografen Colin Dunne en Sidi Larbi Cherkaoui de samenwerking aan met twee muzikanten. In deze heerlijke, humoristische en laidback voorstelling bloeien de kwaliteiten en eigenheid van alle performers en spat het speelplezier ervan af.

In een jamsessie komen allerlei stuk voor stuk sterke scènes voorbij. Samen vormen ze kleine monumentjes die elk een eigen perspectief op het thema geven. Een van de hoogtepunten is toch wel de hilarische therapiescène. Als therapeut probeert Dunne de subtiele, mimische gebarentaal van patiënt Cherkaoui, die op een sofa ligt, zit en ervan af valt, te duiden door er woorden aan te geven. Dat lukt maar half, want Cherkaoui moet het keer op keer, steeds gefrustreerder, opnieuw uitleggen. Een ironische reflectie op hoe dans toch nooit in woorden gevangen kan worden.

Zulke gelaagde scènes zijn er veel en in grote verscheidenheid, maar de echte kwaliteit van de voorstelling is de chemie tussen die twee ongelooflijk getalenteerde en eigengereide choreografen. Colin Dunne, leidende figuur binnen de wereld van de Ierse dans, brengt rust en onverstoorbaarheid met zijn trefzekere, gegronde houding. Sidi Larbi Cherkaoui, artistiek leider bij Ballet Vlaanderen en veelgevraagd choreograaf, dartelt met een lichtheid en speelsheid over datzelfde toneel.

In machtsspelletjes dagen ze elkaar uit, zoals wanneer Cherkaoui de vloer onder Dunne’s roffelende voeten vandaan trekt in de hoop zijn voeten letterlijk het zwijgen op te leggen. De twee zijn aan elkaar gewaagd, maar wat hen uiteindelijk zo sterk maakt is hoe ze hun eigenheid behouden en elkaar toch geweldig aanvullen.

Dat wordt compleet gemaakt door de twee muzikanten die op piano’s, xylofoon, computer of gewoon met hun eigen handen en mond geluid produceren waarbij je je regelmatig afvraagt of het nu uit de voeten van Dunne, de handen van Cherkaoui, of uit een muziekinstrument komt. Zo ontstaan kleine en grote reflecties op de relatie tussen muziek en dans en muzikanten en choreografen, waarbij de humor en het speelplezier ervan af spatten.

Foto: Koen Broos