Een roadmovie-musical met Plien, Bianca én Arjan Ederveen, hoe maak je zoiets? Laat dat maar over aan toneelschrijver Nathan Vecht en regisseur Pieter Kramer. Met hen aan het stuur wordt Selma Ann Louis een tragikomische roadtrip met bordkartonnen caravans en oer-Hollandse Amerikanen.

Na twintig jaar zien ze elkaar weer: Selma, Ann en Louis, drie jeugdvrienden die ooit een trip door Amerika maakten. Van hun dromen is maar weinig terechtgekomen. Selma (Bianca Krijgsman) wilde zangeres worden, maar doet nu ‘iets in de music business’. Ann (Plien Bennekom) beweert ergens een leidinggevende functie te hebben, maar zit thuis met haar bazige moeder. Louis (Arjan Ederveen) wilde de wereld te redden, maar zorgt alleen voor zijn hagedis. Op de begrafenis van een klasgenoot gooien ze het roer om en besluiten nog één keer op reis te gaan.

Eenmaal op weg gaat het snel mis. De vrienden raken betrokken bij een schietpartij, worden beroofd door de lover van Selma en plegen als klap op de vuurpijl een gewapende overval. Wat begint als onschuldige road trip, eindigt in een achtervolging door de politie. Dit alles in de komisch-knullige stijl die we van Pieter Kramer gewend zijn. Met niet veel meer dan een projectiescherm en een bordkartonnen caravan wanen we ons op de Amerikaanse snelweg. Componisten Jan en Keez Groenteman onderstrepen de knulligheid door te spelen met musicalclichés. Een poging om het autokenmerk weg te plakken ontaardt in een muzikale ode aan hansaplast. Een liefdesduet tussen Selma en een liftende vrijbuiter lijkt het begin van een mooie romance, tot de man ervandoor gaat met haar geld.

Selma Ann Louis gebruikt verschillende films uit de jaren negentig, maar is vooral een bewerking van Thelma and Louise, de feministische roadmovie met Susan Sarandon en Geena Davis. Kramers versie is minder uitgesproken feministisch. De twee politieagenten, gespeeld door Anne Prakke en Bas Hoeflaak, komen het dichtst bij de #MeToo-discussie. Als boze witte man en politiek-correcte onderhandelaar nemen ze links en rechts beiden op de hak.

Waar de reis van Selma, Ann en Louis echt over gaat, is het omgaan met verloren dromen en de moed om een nieuw leven te beginnen. We zien drie verkrampte figuren die hun oude bestaan achterlaten en onhandig proberen om wat losser te worden. De humor in Selma Ann Louis is dezelfde humor die De luizenmoeder of Het geheime dagboek van Hendrik Groen zo populair maken: het steekt de draak met typisch-Hollandse burgerlijkheid. Eigenlijk lachen we om onszelf.

Selma Ann Louis heeft in de eerste akte wat opstartproblemen. De beginscènes rondom de uitvaartceremonie zijn nodig om de stijfheid van de personages te introduceren, maar missen de vaart die je bij de opening van een musical nodig hebt. De aanranding van een personage werkt in Thelma and Louise, maar is lastig te plaatsen in Kramers enscenering. De impact die het heeft is moeilijk te rijmen met een kluchtige musical. Toch kun je niet ontkennen dat het geen invloed heeft op de personages. Om de luchtigheid te bewaren wordt er niet meer over gesproken, maar zo wordt het ook minder belangrijk dan het is.

In de tweede helft heeft Selma Ann Louis haar draai gevonden. Het vakmanschap van het team achter en op het podium wordt hier duidelijk. We zien een uur lang technisch sterke slapstick dat nergens flauw wordt of het verhaal ondermijnt. Het slot is onverwachts ontroerend, met de jonge versies van Selma, Ann en Louis als spiegelbeelden. Een lach én een traan, dat gebeurt niet altijd in Pieter Kramers musicals. Maar het is een welkome aanvulling.

Foto: Sanne Peper