‘Een magistrale, stralende zon. Een magistrale, stralende zon. Een magistrale, stralende zon.’ Stel je een grote Brabantse schuur voor, vol grote Brabantse boeren, die voorafgaand aan een optreden van de Britse rockband The Pretty Things, ineens een dichter voor hun kiezen kregen. Aanvankelijk werd hij weggehoond, maar Johnny van Doorn, aka Johnny The Selfkicker, aka nog een hele hoop andere zelfverzonnen bijnamen, krijgt het voor elkaar om het publiek in de afgeladen hal gezamenlijk een half uur lang de slotregel mee te laten scanderen. A.F.Th. Van der Heijden was erbij en schreef later dat er ‘een collectieve bevangenheid’ heerste.

Diezelfde Johnny kreeg het drie jaar eerder, 1966, in een door Simon Vinkenoog georganiseerde poëzieavond in Carré, voor elkaar dat een vrouw van de tribune het podium opklom om een bos narcissen op zijn hoofd kapot te slaan. En actrice Beppie Versluys gooide in kunstenaarssociëteit De Kring een asbak naar zijn hoofd, onderwijl luid roepend: ‘Spraakles nemen!’ Jos Nargy en Joep Hendrikx, aka de Poezieboys, memoreren deze anekdotes met smaak en plezier.

Met hun inmiddels beproefde combinatie van documentair theater en voordrachtskunst weten ze in een half uur tijd werk en leven van een dichter in te leiden. Hun transparante en energieke speelstijl, in combinatie met hun zeer trefzekere en aanstekelijke voordracht, werkt uitstekend in de intieme setting van Zaal 4 op de Parade. Muzikant Bas Prins (onherkenbaar gemaakt met een legging over zijn hoofd) voorziet de voordracht ondertussen van een vervreemdend maar opzwepend geluidsdecor.

De Poezieboys staan nu voor het vierde jaar op de Parade, en duiken gedurende het seizoen zo nu en dan ineens op met ‘poëzieraves’, voordrachtsavonden en theatervoorstellingen. Onder andere tijdens de afgelopen editie van Theater Na de Dam organiseerden ze het evenement De Poeziebar – een verzameling poëzievoordrachten geïnspireerd op wat Vinkenoog destijds in Carré deed. Poëzie om te ontregelen en te verbinden, vaak tegelijk, zoals bij Johnny The Selfkicker.

En ze staan dan misschien niet in een grote schuur in Oost-Brabant maar in een piepklein Paradetentje in Rotterdam, maar toch lukt het ze om het publiek het gevoel te geven alsof ze erbij waren, die avond in Helmond, tijdens dat wonderbaarlijk extatische moment van collectieve verbondenheid.

Foto: Diederick Bulstra