Met Seeker※Solo neemt choreograaf en danser Samir Calixto na tien jaar afscheid van Korzo. In die periode heeft Calixto zich laten zien als maker die zijn inspiratie graag zoekt in de filosofie en de klassieke componisten. Ook nu vormt een mystiek gedachtegoed de ruggengraat voor een dans als een reis naar een onbekende bestemming.

Samir Calixto toonde zich gedurende zijn jaren bij Korzo iemand die wegblijft van de waan van de dag en via die klassieken – Milton, Vivaldi, Nietzsche, Wagner en Mahler – zoekt naar wat mensen drijft. Zijn esthetiek is sterk en vaak vrij ‘clean’, in de zin dat dans, beeld en kostuums de grondgedachte van het werk in dezelfde kleur uitdragen. In het vlakkevloercircuit binnen de Nederlandse hedendaagse dans zien we dat eigenlijk niet zo vaak (meer).

In Seeker※Solo neemt hij de tijd om deze eigen wereld neer te zetten en zijn publiek naar binnen te lokken. De ruimte is donker en licht rokerig. Lichtontwerper Pavla Beranovà zet Calixto net achter een diagonale streep zacht, geelwit licht. Als hij zijn handen optilt valt het schijnsel precies daarop. Ze maken traag en bedachtzaam wat draaiende bewegingen. Zo kijken we naar die dragers van gebaren. Wat zullen ze gaan vertellen? Dit tempo en deze zachte intensiteit zetten zich door in de rest van het stuk.

De pianomuziek is van Gurdjieff en De Hartmann (opnames van pianist Alain Kremski) en stamt uit de eerste helft van de twintigste eeuw. In het modernistische tijdperk bloeiden de spiritualiteit, mysticisme en oriëntalisme – misschien als balsem voor alle hectiek met oorlogen, revoluties en crisis. Gurdjieff ontwikkelde een eigen mystieke leer inclusief bijbehorende muziek en beweging waarin het draaide om het wekken van de volgens hem ingeslapen menselijke ziel.

Moet je dat weten als je gaat kijken naar deze voorstelling? Nee, dat zou niet moeten, het lichaam is prima in staat een verhaal over te brengen. Dat van Calixto speelt, lang in zichzelf gekeerd, met het uitgedachte lichtplan en legt zijn reis af langs een op de vloer uitgetekend donker geometrisch lijnenspel. Hij tast aanvankelijk zijn weg af, met handen die op de veelvuldige pianotrillers kort fladderen. Een deel van de reis is zwaar, getuige een hoorbaar ademen, zich krommende schouders en almaar zwaardere passen, totdat hij kruipend lijkt te bidden om het vol te houden. Heel even danst hij met zijn eigen schaduw, maar het is geen spel dat de toon van de solo doet verschieten. Zelfs de zon op de achterwand is verduisterd en toont slechts een smalle corona.

Die eenheid in alle elementen schept een bepaalde concentratie. Maar ze is ook kwetsbaar. Op den duur bekruipt me het verlangen naar een ander register. Iets woests, iets lelijks, iets dat stinkt of jankt of onverwacht lacht. Even uit de geconcentreerde melancholie, even connecten met die danser daar op de vloer in zijn eigen wereld. Een ijkpunt, om aan te haken en van daaruit weer verder met hem mee te kunnen. Dat moment komt niet. Daardoor ontstaat er afstand tussen de vloer en het publiek en blijft de bestemming van deze gebeurtenis, waar we in de zaal voor bij elkaar zijn gekomen, jammer genoeg buiten bereik.

Foto: Joris-Jan Bos