In Second Life probeert Jasper van Luijk een eigentijdse draai te geven aan Hans van Manens dansmijlpaal Live. Helaas lukt het de choreograaf niet om de kijker te overtuigen van nut en noodzaak van deze exercitie.

Hans van Manen schreef in 1979 dansgeschiedenis met Live, een videoballet voor een danseres, een danser en een cameraman. De choreografie draaide om een spaak lopende relatie. Dat was niet alleen op het toneel te zien, maar werd ook live geregistreerd en in zwart-wit geprojecteerd op een groot doek boven de uitvoerenden. Destijds was een dergelijk gebruik van video revolutionair. Toen Het Nationale Ballet in 2015 Live opnieuw uitvoerde, met Igone de Jongh en Marijn Rademaker, bleek het decennia oude ballet nog steeds vitaal. De op de danseres focussende cameravoering van videomaster (en Van Manens levenspartner) Henk van Dijk was uitgekiend, uitdagend en intiem. Alleen een elders in het theater gefilmde flashback, waarin we de man en de vrouw zien ruziën, kwam enigszins gedateerd over.

In Jasper van Luijks choreografie Second Life, geïnspireerd door Van Manens mijlpaal, zien we een variatie op die flashback meteen aan het begin, geprojecteerd op vijf naast elkaar hangende panelen. In plaats van te ruziën, zien we hoe danseres Carolina Mancuso en danser Jeroen Janssen elkaar ontmoeten in een omgeving vol landschapskunst: een doolhof van wilgentakken, sculpturen in de vorm van paarden en een soort boomhut met een mozaïek van oude raampjes. 

Om te zeggen dat er in die beginscènes een enorme vonk overslaat: nou, nee. Het uitblijven van een voelbare aantrekkingskracht zadelt de voorstelling met een fundamenteel probleem op. De Argentijns-Italiaanse Mancuso oogt als een vrouw van de wereld. Zij is achterin de dertig, danste jarenlang bij het Nederlands Dans Theater en vervolgde haar loopbaan als kostuumontwerper en freelance danseres. Haar Nederlandse tegenspeler Jeroen Janssen is meer het type jonge hond: twee jaar geleden afgestudeerd aan de Codarts dansopleiding, 24 jaar oud, maar een stuk jonger lijkend.

Toch is het te simpel om het gebrek aan chemie te gooien op verschil in levenservaring of leeftijd. Bij de eerste uitvoering van Live was Van Manens muze Coleen Davis 19 jaar oud, terwijl haar door de wol geverfde danspartner Henny Jurriëns net de 30 had aangetikt. En iedereen die de voorstelling destijds zag, kon je met een gelukzalige blik vertellen hoe het knetterde tussen die twee en de cameraman. Net als bij de uitvoering die ik zag met De Jongh en Rademaker, trouwens.

Het gebrek aan romantische, erotische of anderszins relationele spanning moet gezocht worden in Van Luijks choreografie en enscenering. In een eerder stuk, het zeer fysieke mannenduet Pounds Lighter, liet de choreograaf zijn dansers alle hoeken van het toneel zien. Die imposante heftigheid blijft in Second Life helaas achterwege. Danser en danseres lijken Van Luijks bewegingsidioom – naar achter draaiende benen, hoog opgetrokken schouders en hoekige armen – vooral te gebruiken om langs elkaar heen te dansen. Er is weliswaar lichamelijk contact, maar er wil maar geen geloofwaardige relatie ontstaan tussen deze twee.

De interactie met dansfotograaf Sjoerd Derine, die hier optreedt als videomeester, pakt ook nogal diffuus uit. Soms wordt zijn live-feed helemaal niet geprojecteerd. Een andere keer zien we zijn beelden – gemonteerd en wel – achteraf, terwijl Mancuso en Janssen meekijken. Ergens in het slotdeel verdwijnt Derine zonder duidelijke aanleiding geheel van het toneel, terwijl de camera blijft staan.

Waar Van Manen zijn dansers liet flirten met de camera op de hyperromantische muziek van Franz Liszt, daar moeten Mancuso en Janssen het stellen met digitale soundscapes van Abdelhadi Baaddi, opgetrokken uit teleurstellend generieke klanken. Panelen van het projectiescherm kunnen van het achtertoneel naar voren worden geschoven, maar dat levert ook al geen verrassende nieuwe perspectieven op. Of je nou van heel dichtbij of iets verder af naar deze twee mensen kijkt, zelf lijken zij vooral bezig met hoe zij overkomen op de camera. Dat uitvergrote narcisme maakt de voorstelling zonder meer eigentijds. Maar voor de kijker is het net zo oninteressant als het doorbladeren van een serie selfies, op de Facebookpagina van een onbekende.

Foto: Annemieke van der Togt