Hartverwarmend is de Haarlemse kerstvoorstelling Scrooge zeker. Het sneeuwt in fraaie witte vlokken over de Grote of St. Bavokerk. De skyline van Haarlem, met de overweldigende wolkenlucht erboven, is geïnspireerd door het befaamde schilderij Gezicht op Haarlem van de zeventiende-eeuwse schilder Ruisdael. Ontwerper Roos van Geffen transformeerde het schilderij tot theaterdecor. Acteurs van hoog niveau brengen het verhaal over de gierige maar steenrijke Scrooge die zijn leven moet beteren, geënt op A Christmas Carol (1843) van Charles Dickens.

Scrooge, gespeeld door Peter de Jong, verliest zijn geloof in het leven na de dood van zijn vriend en zakenpartner Jacob Marley. Kerstmis is hem een gruwel, vrolijkheid kan hij niet verdragen en dineren met kerst is uit den boze. Joost Prinsen vertolkt Marley, en is ook verteller. Een behoorlijk boze verteller. Het is alsof Scrooge en Marley in misantropie elkaars evenbeeld zijn, en dat haalt veel van de spanning weg. Het is moeilijk voorstelbaar dat Marleys dood zoveel impact heeft op Scrooge. Regisseur Ira Judkovskaja, verbonden aan het Friese gezelschap Tryater, slaagt erin met grootse beelden en tal van figuranten in elk geval een visueel spectaculaire voorstelling te maken.

Mooie rollen zijn weggelegd voor Herman Bolten als de knecht van Scrooge, Bob, en Elsje de Wijn als Bobs vrouw. Bolten speelt een schitterende ambtenaar, knippend en buigend, elke centimeter gedienstig aan zijn meerdere. Met zijn rode haarbos en mechanische bewegingen lijkt hij op een houten pop. Elsje de Wijn als moeder van een groot, arm gezin reddert en bereddert fraai, helemaal zoals het rond de kersttijd hoort. De kracht van het oorspronkelijke verhaal schuilt in de inkeer van Scrooge: als hij ’s nachts in zijn eenzame ledikant ligt, wordt hij belaagd door de schim van Marley. Deze voorspelt hem een gruwelijke leven na zijn dood, waarin hij eeuwig moet rondzwerven, gebonden aan kettingen.

Vreemd is dat Prinsen als Marley óók aan kettingen is gebonden. Trof hem hetzelfde lot? Als de geesten van de Kerst van lang geleden, van de Kerst van nu en van de Kerst in de toekomst Scrooge bezoeken en hem inzicht geven in zijn egoïstische levensstijl, dan neemt hij die influisteringen ernstig. De geesten worden fraai gespeeld en zijn op de juiste manier vreeswekkend gekostumeerd. Hun overtuigingskracht doet Scrooge aan zichzelf twijfelen. Peter de Jong geeft zijn innerlijke strijd mooi vorm, niet zwaarwichtig of dramatisch, maar licht en humoristisch. En natuurlijk volgt er een happy end.

Toch zit er een nadeel aan de voorstelling, en dat heeft met de tekstopbouw te maken. Deze versie van Tjeerd Bischoff heeft iets voorspelbaars. Je weet wat er gaat gebeuren, eigenlijk weet je dat als toeschouwer te goed. Ook de rol van Marley zoals Prinsen die gestalte geeft, draagt niet bij tot verdieping van het gegeven. Hoe je het ook wendt of keert, de band van vriendschap en loyaliteit tussen Scrooge en Marley ontbreekt volkomen. Dat is jammer. Alleen Bolten als ambtenaar Bob weet in dialoog met Scrooge zijn personage contour en dimensie te geven.

Een belangrijk aandeel is ook de uitmuntende muzikale begeleiding van componist Wiebe Gotink. Veel koperblazers en zangstemmen geven een ouderwetse kerstsfeer, alsof de muzikanten en koorzangers op de Grote Markt onder de Bavo staan te zingen. En werkelijk echt heel goed is de omfloerste begrafenismars die bij de toekomstige dood van Scrooge gespeeld wordt, als niemand hem wil kennen en hij beroofd wordt van zijn laatste bezittingen.

Huiveringwekkend. Dat zorgt voor inkeer.