Pubers: het is ook altijd wat met hen. Ze zijn onzeker over hun uiterlijk, hun vriendschappen, hun eetgewoontes, over de relatie met hun ouders. En wanneer ze denken dat niemand hen mag, worden ze zo depressief dat ze niet meer willen leven. Tenminste… dat is het uitgangspunt van de goed gelukte thrillermusical Schuld van Theater Terra, naar een boek van Mel Wallis de Vries.

‘Er staat een meisje op het spoor. Ze zoekt naar een reden om door te leven’. Het openingslied van musical Schuld zet meteen de toon. Zelfmoord is een van de belangrijkste doodsoorzaken onder jongeren.

Op de middelbare school in Schuld zit de schrik er goed in. Opeens zijn er meisjes van rond de zestien jaar die zelfmoord plegen. De aanleiding daarvoor lijkt voor de hand te liggen. De leerlingen zijn in de ban van sociale media, waarop je onverbiddelijk wordt geframed als winnaar of verliezer. De juiste vrienden, kleren, looks en de juiste hockeyclub zijn allesbepalend voor je levensgeluk. Je ouders willen altijd maar met je praten, maar dat is vooral ongemakkelijk.

In die atmosfeer komt de nieuwe leerling Tess terecht. Enig kind van een gescheiden moeder. Tess moet zich waarmaken, haar plekje op school veroveren, tussen onhandige jongens en competitieve meisjes. Om het ingewikkeld te maken, is haar moeder door haar school ingehuurd als de schoolpsycholoog die de scholieren moet debriefen na de zelfmoord van hun medeleerlingen. Behalve dochter Tess heeft de schoolpsycholoog drie jongeren in haar praatgroep: schreeuwlelijk Britt, onhandige Michael en coole Luuk. Maar dit is niet zomaar een groepje leerlingen, in dit clubje broeit onderhuids van alles.

Anne de Blok is trefzeker als de onhandige nieuwkomer Tess. Jamie Kaminga overtuigt als het bitchy hockeymeisje Britt. Ridder van Kooten speelt de populaire Luuk met groot gemak. Sjors Arts als Michael komt niet helemaal uit de verf, maar zijn rol is ook niet heel sterk uitgewerkt. Wieneke Remmers zet een nogal karikaturale moeder neer.

Het decor bestaat voornamelijk uit drie schermen op wieltjes en een reeks kubussen. Simpel maar doeltreffend. Een fraaie belichting doet de rest. Tegen die achtergrond ontvouwt zich langzaam het drama en wordt duidelijk wie slachtoffer en wie schuldig is.

Schuld is vooral een musical. Er wordt meer in gezongen dan gesproken. Dat vraagt altijd een extra talent van de acteurs. Hier en daar is de zang niet zuiver, maar dat kan ook aan de première-zenuwen hebben gelegen, want dit zijn spelers die gepokt en gemazeld zijn in het genre. De muziek van Fons Merkies is poppie, met hier en daar hiphop-elementen.

Regisseur Daniël Cohen, die het gelijknamige boek van Mel Wallis de Vries bewerkte en de liedteksten schreef, heeft de vele personages ingekookt tot het vijftal dat hij nodig heeft om het verhaal te vertellen, om verschillende menstypen te laten zien en om de problematiek van de scholieren te kunnen neerzetten. Raar is dat halverwege het verhaal met veel misbaar een Halloweenfeest wordt gevierd, een element dat er met de haren bij gesleept lijkt.

Sterk aan Schuld is de vanzelfsprekende manier waarop wordt benoemd wat een puberleven zoal draaglijk of ondraaglijk kan maken. Populariteit of impopulariteit. Er wel of niet bij mogen horen. Cool of juist een loser gevonden worden. Het geworstel met vriendschappen, verliefdheden, relaties. Zoenen en zelfs een beetje seksen. En, het belangrijkste: in Schuld wordt zelfmoord onder jongeren bespreekbaar gemaakt. Dat is een prestatie op zich.

Foto: Boy Hazes