Een wereld waarin alles zacht en maakbaar is, wie zou daar nou niet willen wonen? De voorstelling Schuim, voor kinderen van 2 tot en met zes jaar, schetst zo’n wereld. Een wereld van louter spel, ontdekken en plezier. Waar je je fantasie de vrije loop kunt laten en niets pijn kan doen.

Schuim (regie Zarah Bracht) speelt zich af in een decor van zachte gekleurde schuimrubberen blokken. Grote, kleine, dikke, dunne, platte, lange, vierkante, rechthoekige, ronde of driehoekige blokken waar je heerlijk tegenaan kunt hangen of in kunt ploffen.

Spelers Linnet van de Wal en Aleksej Ovsiannikov ontmoeten elkaar in deze zachte wereld, waar ook de bewegingen en geluiden zacht zijn. Vanuit een koddige ontmoeting ontwikkelt zich een ritmisch geluidsonderzoek en ten slotte een vrolijke strijd om het mooiste schuimrubberen bouwsel. Dat de aanwezige kinderen hieraan mogen meedoen, en alle tijd krijgen om zelf te experimenteren, is een fijne afsluiting van deze verder net wat te tamme voorstelling.

Enerzijds ligt dat aan de overgangen, die zijn abrupt maar zonder enige frictie. Dat bevreemdt: waarom is Van de Wal niet ontstemd als Ovsiannikov haar uit haar dromen haalt? En wanneer ze na allerlei omtrekkende bewegingen elkaar eindelijk recht in de ogen kijken, volgt geen kennismaking of begroeting, maar gaan ze meteen samen verder spelen.

Dit gebrek aan voor de hand liggende menselijke interacties maakt de voorstelling wat moeilijk invoelbaar. Daarnaast was de voorstelling tijdens de première wel erg stil en zacht, wat een bijna sacrale sfeer opriep. Voor de allerjongsten was die spanning lastig vol te houden. Wellicht werkt deze stijl beter in de open ruimte van een school of kinderopvang, waar de aandacht gemakkelijker wegstroomt. De donkere theaterzaal echter, met zachte muziek en kleurrijk licht, maakte Schuim kleiner en voorzichtiger dan noodzakelijk.

Foto: Maartje Prins