Twee keer per week bezoeken de twee bejaarde broers elkaar. Dinsdags treffen ze elkaar bij Karl, donderdags bij Robert, een voormalig acteur. Eigenlijk hebben ze niets meer om handen; vooral het verleden houdt hen nog bezig. Karl, die ooit successen vierde in het variété, verloor recentelijk zijn partner, Mathilde, voor wie Robert ook een grote genegenheid voelde. Dat Mathilde haar vakantiehuisje aan zijn broer naliet zit Karl behoorlijk dwars.

Thomas Bernhards Schijn bedriegt, de nieuwe regie van Paul Knieriem bij Toneelschuur Producties, begint met een lange monoloog van Karl. Daarin krijgen we een beeld van Robert, Mathilde en uiteraard ook van Karl zelf. Het is een zeer gekleurd beeld, dat is van meet af aan overduidelijk. Bernhards personages hebben meestal een groot talent voor kankeren in een vlijmscherp taalgebruik. Zo ook Karl. Mathilde redde hij uit haar kleinburgerlijke milieu en de hypochondrische Robert vindt hij eigenlijk een ‘antikunstenaar’, ‘een toneelspeler die meer door zijn kwalen dan door zijn kwaliteiten opvalt’. Maar tussen de vele, vaak komische, overdrijvingen door valt te beluisteren hoezeer hij Mathilde mist en dat Robert toch ook ooit eens een prachtige Tasso speelde.

Knieriem, die eerder Bernhards Am Ziel regisseerde, kiest ervoor ruimte te geven aan de gevoelens onder de superieur verwoorde stekeligheden. Onder de tirades over de banaliteit van het leven en de karakterzwaktes van de ander wordt de worsteling van de twee voelbaar met wat er nog rest van hun leven. En hoeveel irritatie er ook tussen hen bestaat, ze lijken niet zonder elkaar te kunnen. Zo suggereert Robert voorzichtig om het vakantiehuisje op te knappen en stelt Karl voor om samen op reis te gaan.

De broers sparen elkaar niet, maar ze lijken meer op elkaar dan ze willen toegeven. Dat hun woonkamers (een mooi ontwerp van Katrin Bombe) op een paar details na vrijwel identiek zijn lijkt dat te onderstrepen.

De vileine toon van Karl (gespeeld door Kees Hulst) en zijn hardhandige commentaar maken geleidelijk plaats voor een mildere toon. Alsof kritiek en verwijten onderdeel zijn van een ritueel waarmee Karl en Robert zich tegen sentimentaliteit over de desillusies van het leven hebben gewapend.  ‘Het liefst zouden we helemaal niet meer opstaan, dat is de waarheid, maar we maken er ook geen einde aan,’ stelt Karl vast.

Schijn bedriegt wordt gespeeld als een komedie. Hein van der Heijden (Robert) en vooral Kees Hulst kunnen uitstekend uit de voeten met die speelstijl. Dat levert  niet alleen een aantrekkelijke voorstelling op, maar de acteurs weten ondanks Bernhards bijtende sarcasme ook een zekere sympathie te wekken voor beide verbitterde mannen. Niet dat Knieriems Schijn bedriegt nu een monument van broederliefde is, maar zo mild zag ik Bernhard toch niet vaak.

Foto: Sanne Peper