Deze eerste samenwerking tussen het Leuvense muziektheater Braakland/ZheBilding en het Amsterdamse Nieuw West kondigt zich aan als een alfabetvoorstelling. Een schrijver vertelt over de ontmoeting met de vrouw van zijn leven, over de ware en grote liefde, en over haar dood. Dat verhaal vertelt hij aan de hand van het alfabet. Bij letters plaatst hij woorden waarmee hij grip probeert te krijgen op zijn Eros en Thanatos-belevenis. Precies zoals de alfabetboekjes doen om kinderen te leren lezen en woorden aan te leren, om zo met die woorden de werkelijkheid aan te kunnen.

Braakland/ZheBilding is een muziektheaterensemble met twee artistieke leiders, Stijn Devillé en Adriaan Van Aken, die ieder hun eigen stukken maken (naast voorstellingen door en met andere theatermakers). Stijn Devillé boort in zijn schrijf- en regiewerk meestal maatschappelijke thema’s aan, zoals in Hitler is dood (over het Nürnberg-proces), Leni & Susan (over Leni Riefenstahl en Susan Sontag), Hebzucht en Angst (over de bankencrisis en de politieke reacties). Adriaan Van Aken houdt het eerder dichter bij personages zelf, bij liefde, relaties, weg van de buitenwereld. Hij werkt het liefst, zoals hij zegt, ‘escapistisch’: wegdromen in een verhaal over twee personages, over hun liefde, in een kasteel, in de natuur. En Sabine Sabine Sabine is zo’n romantisch verhaal over liefde en dood. De romantiek ligt er zelfs dik op, maar wonderlijk genoeg wordt het niet sentimenteel. Wel zit het boordevol melancholie, wat vooral door de muziek en door de geprojecteerde tekeningen komt.

De hij-persoon, Marien Jongewaard, gaat in het begin vaak achter zijn schrijftafel zitten. Hij is een licht getormenteerde schrijver die het heeft over zijn schrijven, het worstelen met woorden. ‘Hoe met woorden er tegen aan gaan,’ is zijn invulling van de letter A. Op de achtergrond verschijnt de vrouw (Sara Vertongen) die aanwijzigingen geeft en commentaar levert. De intro duurt nogal lang, pas bij de letter G van Gevarendriehoek start het liefdesverhaal. De auto van de vrouw staat met pech op een bosweg waar de hij-persoon wandelt. Marien Jongewaard speelt een oudere, wat verloren hippie, bijwijlen erg hyperkinetisch, steeds druk gesticulerend en nadrukkelijk articulerend als een dichter-performer in het genre van Johnny the Selfkicker uit de vervlogen zestiger jaren. Maar dan anderhalf uur lang. Zijn manier van spelen past wel bij het personage, maar omdat hij zo op het voorplan staat, irriteert hij ook.

Hij doet me denken aan de kunstenaars uit Titaantjes en Dichtertje van Nescio, maar dan in een minderwaardig Nescio-afgietsel. Er is de ontmoeting met de jongere vrouw, Sabine, die geen Sabine wil heten. Een puberale verliefdheid laat de oudere man springen, dartelen en heel veel dwepen. Snel wordt duidelijk dat de vrouw terminaal ziek is, à la Turks Fruit van Jan Wolkers, maar dan beter. Na de pauze krijgt het stuk een wending die ik hier niet zal verklappen. Alleen dit: het is vooral een film op toneel, een te lang uitgesponnen roadmovie met een magisch-realistische omslag in de traditie van Hubert Lampo en Johan Daisne uit diezelfde jaren zestig. Slechts de druipkaarsen ontbreken nog.

In schril contrast met het drukke gedoe van de man staat de vrouw, Sabine. Sara Vertongen vertolkt de directieve vrouw op een subtiele manier, ingetogen, intiem en daardoor zeer overtuigend. Ze is er wel en eigenlijk is ze er niet. Ze is dood, en toch verschijnt ze. In een witte lange jurk met bladmotief; het lijkt wel een gestileerde sprookjesbruidsjurk. Helemaal op het einde bepaalt zij het spel. Want een spel is het. In fantasie om met verdriet, of beter, om met melancholie te kunnen omgaan. Een spel met woorden om dat gevoel te verbeelden en er grip op te krijgen. Maar, zo blijkt toch uit deze voorstelling, melancholie laat zich directer vangen in de tekeningen en zeker in de muziek dan in taal.

Op het zijtoneel staan een schommelstoel en een beeldscherm. Op dat scherm verschijnen per letter tekeningen, in de groene kleur van de romantische natuur. Fien Van Elzen geeft onder de vele bladermotieven stukjes kleine en grote voorwerpen weer die in het abc-boek vermeld worden. Die tekeningen verbeelden een heerlijk romantische, melancholische sfeer. Gastmuzikante Chantal Acda en BZB-huismuzikant Youri Van Uffelen spelen en zingen live en midden op de scène aan de piano en met allerlei (slag)instrumenten hun composities op basis van het verhaaltje. Dat levert harmonieuze en melodieuze klanken op waarbij je direct wegdroomt en je je wentelt in de sfeer van ‘melancholie, dat besef van tijdelijkheid en ijle droom dat het leven juist zo draaglijk maakt,’ zoals Gerrit Komrij geciteerd wordt in de Van Dale bij het lemma melancholie. De muziek zit nadrukkelijk in de voorstelling, maar voor mij had dit toch nog meer mogen zijn.

Bij de voorstelling is ook een luisterboek te koop. Met de tekeningen van Fien Van Elzen en twee cd’s met de voorgedragen teksten, de liedjes en nog meer muziek.