Aards en vol spanning is Le sacre du printemps die Nils Christe in 2011 bij Introdans maakte. Deze eigentijdse, sterke Sacre is het sluitstuk van het programma Russisch rumoer. Daaraan heeft het Arnhemse gezelschap een overtuigende Firebird suite van de Vlaamse choreograaf Stijn Celis toegevoegd.

Celis tekende zowel voor de inventieve dans als voor het wonderschone toneelbeeld, dat in zijn eenvoud bijzonder krachtig is. Het achterdoek is een lappendeken van gekleurde vlakken, als een kubistisch landschap, waarvan de verschillende, vale kleuren gaandeweg de voorstelling veranderen. Net als Christe met zijn choreografie op subtiele wijze op de compositie van de Sacre inspeelt, gaat ook Celis met zijn dans een evenwichtige relatie aan met Stravinsky’s muziek. In zijn verhalende Vuurvogel is het de rijke variatie van de danstaal van de solisten, prinsen en prinsessen die vlamt en telkens verrast.

De artistieke kwaliteiten van de twee laatste choreografieën van Russisch rumoer zijn overrompelend genoeg om de openingssolo te doen vergeten. Dat choreograaf Thierry Malandain daarin op het thema ‘ontluikende seksualiteit’ van Nijinski’s L’Apres-midi d’un faune voortborduurt, is van meet af aan duidelijk. Maar bij Malandain zijn geen nimfen op het toneel om de jongeman in verrukking te brengen, zijn fantasie is voldoende met het oog op de grote tissuedoos en de rondslingerende, verfrommelende proppen op het toneel.

Malandain citeert Vaslav Nijinski op momenten met de hoekige bewegingen en het zijwaarts gedraaide lichaam. Maar dat heeft weinig te maken met oerinstincten, want verder is de dans van Malandain vooral virtuoos en ijdel in de wijze waarop de danser zijn goed gevormde lichaam tentoonspreidt en zichzelf regelmatig betast. Los van de eendimensionale benadering van het thema seksualiteit is de expliciete benadering van het thema door Malandain zacht gezegd weinig eervol voor vrouwen. Zeker als de danser uiteindelijk ook nog in de tissuedoos duikt.

Foto Firebird suite: Hans Gerritsen