Taal benoemt, verbindt, schept orde en taal laat onbenoemd, scheidt en zorgt voor miscommunicatie. In Roughhouse, te zien op het Holland Festival, van choreograaf/regisseur Richard Siegal is taal een virus dat het brein heeft geïnfecteerd. In het decor van een dolgedraaide tv-studio proberen dansers en acteurs zich al stoeiend met taal staande te houden.

Richard Siegal was van 1997-2005 een toonaangevende danser bij het Frankfurter Ballett, waar destijds William Forsythe directeur was. In 2005 richtte Siegal zijn eigen gezelschap The Bakery op waarmee hij interdisciplinaire voorstellingen maakt en vele prijzen in ontvangst nam. Van 2005-2015 is hij associate artist van The Forsythe Company. Roughhouse markeert de laatste voorstelling van een meerjarige samenwerking tussen Richard Siegal / Ballet of Difference – opgericht in 2016 – en Ensemble Schauspiel Köln.

We zijn te gast in een tv-studio. De regieleider heet ons welkom en maakt meteen excuses. De voorstelling, zo vertelt hij in het Nederlands, zal voornamelijk in het Engels en Duits gesproken zijn. Voor de vertaling van de boventiteling kunnen ze echter niet instaan. Er is een virus in het systeem geslopen. Hij draagt een baret en een grijze stofjas. Achter hem liggen grote zilveren matten die je kent van de gym- of turnles. Daarachter een groot scherm van papier. Links staan vijf rechthoekige panelen, ook met papier bekleed. Daartussen twee tv-schermen. Boven de vloer hangen van die ballonvormige fotolampen. Rechtsvoor een tafel met apparatuur om geluid en camerabeelden te bedienen. Op het voortoneel staan houten kruisen, zoals die om een afscheiding van prikkeldraad te maken met daarop twee geluidhengels.

Een interviewster stelt net een schrijfster voor. De schrijfster heeft een nieuw boek uitgebracht. Het belooft een sensatie-interview te worden. Ze zitten tegenover elkaar op doorzichtige plastic stoelen. Rechts en links van hen een camera en een geluidhengel. Iets verderop de regieleider met een assistent. Paniek! De studio wordt overvallen door de Black Panthers. Ze hebben geweren, ze gaan iemand pijn doen, maar wat willen ze nou eigenlijk? De Black Panthers worden overmeesterd door de Blue Panthers en de scène herhaalt zich. Het is chaos. De teksten die in de huidige media specifieke spelers toebehoren worden ingezet om precies dat spel te bevragen. Wie is bevoegd om wat te zeggen en waarom?

Deze scène zet de toon. En door. Steeds maar door. Iedere scène is volgepakt. De herhalingen met verschuivingen kenmerken het verloop. Niet alleen de tekst verschuift, ook de beweging. De dansers acteren en de acteurs dansen. En zo wordt taal weer tot teken gemaakt. En daar worden nog eens scènes van de Oresteia doorheen gesneden. De tragedie van Aischylos waarin het contrast tussen wraak en rechtspraak centraal staat. De opeenstapeling van al die tekens slaat lam. De snelheid is hoog. En dan opeens neemt de dans het over. In een choreografie waarin eerst klank overgaat in beweging, dan verwordt de klank tot de laatste uitstoot van de beweging tot ten slotte alleen nog beweging over is. Het is even een moment om op adem te komen. Voor het eerst is er een focus, maar de scheidslijnen worden hiermee wel hersteld. De dansers zijn dansers, de acteurs zijn acteurs. De dans lost op in een klassiek duet tussen man en vrouw. Waar juist Ballet of Difference inzet op het openbreken van sociale verwachtingen en identiteiten.

Siegal gebruikt de klassieke danstechniek als uitgangspunt en voegt daar allerlei stijlen en technieken aan toe zoals Afro, Cunningham, Latin/Urban. Toch voelt het ouderwets aan, maar ik heb mijn vinger er nog niet helemaal achter waar dat precies aan ligt. De klankchoreografie zou zo een ‘Chance Operation’ van Cunningham kunnen zijn. Een alfabet dat met dobbelstenen is samengesteld. Het heeft iets rigide afstandelijks in zich. Wellicht is dat de bedoeling. Dat de functie van taal niet langer is om elkaar te begrijpen, maar om individueel te gebruiken, niet bedoeld om een ander hetzelfde inzicht te verschaffen.

Roughhouse als poging om de taal, in al haar vormen, die we gebruiken om rollen en gemeenschappen vorm te geven te bevragen is mooi. De inzet van het al stoeiend leren begrijpen van die rollen en gemeenschappen eveneens. De volgepakte scènes, de ongrijpbare referenties of misschien de geveinsde referenties, humor (slechte humor, dat luistert nauw), het toneelspelen tegenover het acteren, het zichtbaar maken en het uitwissen, het politiek correcte en incorrecte, inclusie en exclusie, het fysieke tegenover het gemediatiseerde. Het is te veel om echt ergens toe te leiden.

Foto: Thomas Schermer