Op een boomstronk ligt een gevlekte jaguar te slapen. Terwijl het publiek binnendruppelt, beweegt hij af en toe zijn staart of kop. Wanneer het zaallicht uitgaat, rekt hij zich uit met een imposante brul en rent door het woud. Kinderen én volwassenen in het publiek zijn op slag betoverd. (meer…)
Oma is dood en om dat te gedenken komen broer Barnabe en zus Yara tezamen. Maar oma is niet de enige: ook de jaguar, de miereneter en de ara zijn dood en wat het een met het ander te maken heeft, wordt in deze jeugdvoorstelling uit de doeken gedaan door de virtuoze poppenspelers Josje Eijkenboom en Nick Bos (afgewisseld door Alexander Brouwer) onder regie van Duda Paiva en Cat Smits.
Een vertelling ontspint zich, grillig en wijdvertakt als de loop van de Amazone zelf, waar gegevens in verwerkt zijn uit de bekende Europese sprookjes zoals Roodkapje en Hans en Grietje, gecombineerd met fantasiefiguren uit de Braziliaanse folklore waar de naamgever van dit gezelschap groot mee is geworden.
Deze voorstelling is een vervolg op Kinderen van het verdwenen woud, waar dezelfde protagonisten de revue passeren. Ook deze keer worden zij geconfronteerd met mythische wezens uit de jungle, zoals de verontrustende figuur van de Saci Pererê, een éénbenig antropomorf schepsel dat verwarring kan zaaien met zijn streken en trucjes. Briljant vormgegeven en bespeeld, maakt deze Braziliaanse figuur een onuitwisbare indruk, niet alleen op broer en zus, maar ook op het publiek. Het vriendelijke beeld van de haast negentiende-eeuwse oma, geflankeerd door haar beminde kleinkinderen, is daar een mooie tegenhanger van die de Europese wereld oproept van Moeder de Gans, de verantwoordelijke voor de sprookjes zoals Roodkapje en Klein Duimpje.
Door wisselende combinaties van pop met de ledematen en hoofden van de spelers, slaagt het gezelschap er heel knap in om overtuigende en indrukwekkende figuren te creëren. Mooi is ook hoe een rijk scala aan technieken in allerlei afmetingen ingezet wordt. Kleine, subtiele aspecten als een zelf groeiende maiskolf of een stel groene vlinders worden afgewisseld met meer dan levensgrote effecten als een drakerige krokodil. De muziek speelt daar met passende liedjes een ondersteunende rol bij.
Natuurlijk is het hier niet de plek om alles weg te geven, maar wie het woord ‘handgemeen’ op originele en spectaculaire wijze vorm wil zien krijgen, reppe zich (al of niet in gezelschap van een vertegenwoordiger van de 6+ doelgroep) naar het theater om dat wonder te aanschouwen.
De boom lijkt bij tijd en wijle wel wat erg volgeladen: de spelers hebben een opdracht die de afgunst van menig multitasker zal doen opwekken. Op een gegeven moment animeert een van de spelers met handen en voeten en hoofd twee (of waren het er toch drie?) poppen tegelijk en voert daarbij ook nog een decorchangement uit. Dat moment zal echter als de voorstelling goed en wel ingespeeld is, ook niet meer opvallen, zodanig organisch lukt het hun om alle uiteenlopende creatieve ideeën naadloos vorm te geven.
Het verhaal meandert in vrije stijl voort: broer en zus hebben onenigheid met elkaar omdat zus niet mee wil gaan in de fantasiewereld van broerlief, die het bestaan van mythische wezens voor waarheid aanneemt. De voorstelling laat het proces zien waarbij Yara uiteindelijk Barnabe toch gelijk moet geven, maar dat is maar één van de lijnen die uitgezet worden. De andere is samengevat in een gezegde dat iets aan de buitenkant heel mooi kan zijn, maar tegelijkertijd van binnen verrot: de prijswinnende kwaliteiten van oma’s maiskolven zijn het resultaat van manipulaties die de natuur vergiftigen, en aldus komen we terug bij de openingsscène en de teloorgang van de vele diersoorten in het Amazone-gebied.
Dat de geliefde oma uiteindelijk staat voor de genadeloze exploitatie van de natuur, is een gewaagde keus waardoor de verantwoordelijkheid ervoor uitgebreid wordt: niet alleen winstbelustheid is hier de oorzaak van, ook het menselijk streven naar maximalisatie in plaats van optimalisatie is hier schuldig aan.
Door de grilligheid en de vele zijlijnen in het verhaal raakt het spoor op sommige momenten bijster, maar het is te verwachten dat als de voorstelling ingespeeld is, ook deze momenten zullen worden ingebed in de onweerstaanbare flow van de voorstelling.
Foto’s: Koko EXG