Ze kan het! Nee, toch niet. Jawel, het lukt haar! Hm… nee, weg ermee. De schrijver van een nieuw groots en meeslepend theaterstuk zit achter haar bureautje en probeert woorden op papier te krijgen, maar elk papiertje wordt verfrommeld en belandt op de grond. Was er maar iemand, mijmert ze dan hardop, die de voorstelling vóór haar kon verzinnen.

Dat is de premisse van de jeugdvoorstelling Robokop (6+) van jeugdtheatergezelschap Wie Walvis. Voor de volwassenen in de zaal is het thema meteen duidelijk: een dwingende robot in de vorm van een beeldscherm met een gezicht neemt steeds meer van de schrijvers creativiteit over, totdat ze niet meer weet wat ze nou zelf heeft bedacht en wat de robot. De ChatGPT-strubbelingen liggen er duidelijk onder, al krijgen de kinderen in de zaal minder een technologisch, maar meer een privacy- en controleprobleem te zien.

De schrijver (gespeeld door Amarins Romkema, tevens tekst en muziek) bevindt zich in haar eigen huisje: drie groene wanden met een deur en een handvol raampjes die opengeschoven kunnen worden. Dat worden ze ook veelvuldig, onder andere door een televisiepresentator, een kluwen touw en uiteraard de Robokop zelf (allemaal gespeeld door Martijn van der Veen). De schrijver verliest steeds meer de regie over wat er in haar huis gebeurt en wat haar rol in dit gebeuren eigenlijk is.

Hier voegt Robokop een meta-laagje toe dat hier en daar wat verwarrend werkt. De voorstelling die de schrijver schrijft, gaat over een schrijver die niet weet waar de voorstelling over moet gaan. De scènes die ze bedenkt, worden door Robokop meteen voor ons uitgevoerd. Zijn we nu de voorstelling aan het voorbereiden, bedenken, of meteen al aan het spelen? Het is een leuke gimmick, zeker omdat Robokop in het begin vooral de schrijver herhaalt en amplificeert, maar op een gegeven moment verliest de voorstelling zichzelf een beetje in de meta-dramaturgie.

Tegen het einde toe komt de crux van de voorstelling wel helder naar voren: vroeger, vertelt de schrijver, had ze helemaal niets nodig om iets te verzinnen. Een leeg toneel en haar fantasie waren al genoeg en ze had helemaal geen apparaten nodig.

Dat Robokop wars is van technologie, komt ook sterk naar voren in de scenografie. Robokop zelf is een enorm televisiescherm met een live verbinding met Van der Veen, en dat staat in sterk contrast met het huisje van de schrijver. Er is een ouderwetse telefoon met een draadsnoer, er is papier en er zijn pennen. Het roze- en groenpallet van het decor (door Jasper van Roden) doet daarin ook liefjes ouderwets aan.

Daar lijkt Wie Walvis een punt te hebben, want de leukste momenten, op de reacties van het jeugdige publiek af te gaan, zaten hem toch vooral in de fysieke confrontaties tussen Robokop en schrijver: de een die de ander nadoet met een gekke stem, elkaar volgen over het toneel, een gevecht met een kluwen touwen. Robokop heeft niet veel om het lijf, maar roept voldoende spanning én gemoedsrust op om op luchtige wijze het gesprek over AI aan te gaan.

Foto’s: Ben van Duin