De voorstelling is een knaller. Een echt namaakbos, er wordt echt met pijl en boog geschoten en er is op tijd goeie muziek. De acteurs zijn zo goed op elkaar ingespeeld dat ook tijdens de vele, korte en snelle scènes veel subtiliteit is te zien die tot nadenken aanzet en de boodschap overbrengt. En die boodschap, is voor alle tijden en leeftijden.

Het is een meesterlijke zet om te kiezen voor een themapretpark waar de avonturen van Robin Hood worden nagespeeld. De rol van de Robin Hood in dat toneelstuk wordt gespeeld door de bedrijfsleider van het park, Bink, die zijn medewerkers belaagt, kleineert en tegen elkaar uitspeelt. Die – om in de rolverdeling van het verhaal van Robin Hood te blijven – erg lijkt op de gemene sheriff van Nottingham. Die hele foute man wordt ontzagwekkend goed gespeeld door Gijs Nollen. Zien hoe een foute man de held speelt, hoe hij vrijheid preekt, maar die ten koste laat gaan van anderen, het waarschuwt de toeschouwers door de retoriek heen te kijken. Verder herkennen we in de medewerkers meteen de rollen van de het lievelingetje van de baas, de meeloper, de pispaal en de binnenvetter die onder het maaiveld hoopt te blijven.

Wat de voorstelling duidelijk maakt is dat je geen held wordt door in een maillot, met pijl en boog en een kek hoedje door het bos te lopen. Helden moeten tegen onrecht opstaan en risico lopen. En dat kan leiden tot vernedering, pijn, gepest worden, op je bek gaan of ontslag. De kracht van de voorstelling zijn de situaties waarin de werknemers elk op hun manier omgaan met de intimidaties van de bedrijfsleider. Ze drukken hun snor, gaan slijmen, houden zich voor dat het altijd nog erger kan, geven elkaar de schuld, totdat … het echt niet meer anders kan. Die situaties zijn vaak pijnlijk herkenbaar met wat zich afspeelt op het schoolplein, in de klas en − de voorstelling is niet alleen voor 8 tot 12 jarigen − op het werk, in de politiek en in het café.

Maar de voorstelling heeft nog meer troeven. Aan decor, kleding, techniek, muziek, aan alles is aandacht en ervaring af te lezen. De tekst neemt actueel taalgebruik op de korrel en parafraseert zelfs Shakespeare (‘Een scène is een scène en we spelen allemaal een rol die we moeten spelen’). Inèz Derksen heeft met haar concept en regie bewezen een topvoorstelling te kunnen maken die je gerust het land in mag sturen. En dan nog een keer.