Zelden zien we in Europa dans uit Chili, maar het Holland Festival presenteert nu werk van choreograaf en danser José Luis Vidal. Zijn Rito de Primavera benadrukt de dynamiek van een massa, simpel en met overtuiging. Bijzonder is de samenwerking met de jonge studenten van de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans.

Net als in veel Zuid-Amerikaanse landen waait in Chili de geest van de Duitse expressionistische dans. Iets daarvan is wel degelijk te bespeuren in de bewegingsvocabulaire van de massa-choreografie van José Vidal, maar omdat elke individuele beweging opgaat in de massa zien we vooral de grote bewegingen van deze choreografie, die gedanst wordt door drieëntwintig professionele dansers uit Chili en zevenentwintig eerste- en tweedejaars studenten van Opleiding Moderne Theaterdans.

Vijftig dansers op het podium, dat creëert een dynamiek. Vidal speelt er bewust mee. Ze rennen en krioelen door de ruimte, soms in kluwen of een duidelijk patroon. De kern van elke beweging is van expressionistische aard, maar nergens overheerst die esthetiek. Het is vooral de constante beweging die telt. De vijftig dansers zijn een groot lichaam dat voortdurend transformeert. Alleen in de dynamische delen van de choreografie worden enkele individuele lichamen behendig in de lucht geworpen.

Het licht is dwingend qua kleur. Kleurig zijn ook de kostuums, hemdshirts en korte broeken, die de jeugdigheid van de dansers benadrukken. Gaandeweg de choreografie wordt live stemgeluid toegevoegd aan de soundscape, die aanvankelijk nog wel doet denken aan het origineel van Stravinsky, maar uiteindelijk een volkomen eigen leven leidt en halverwege de voorstelling ontspoort in een uitnodigende housedans, compleet met dj. Vidal kreeg de rechten niet voor het Holland Festival. Helemaal geen probleem, de compositie van Jim Halst en Andrés Abarzúa is hedendaags en fris.

Vidal speelt met zijn publiek, ook zijn toeschouwers horen tot de groep. Hij benadrukt het niet alleen in het aanvangsritueel waarin we in groepen naar de zaal worden geleid en op blote voeten door het zand mogen lopen. Halverwege de choreografie kent Rito de Primavera een publieksinterventie en mogen we allemaal uit ons dak gaan op de vloer. Maar hoe verder naar zo’n ingreep? Want geprikkeld door het groepsdynamische proces en opzwepende beats, is het publiek – jong en oud – en masse ingegaan op de uitnodiging. Slim nemen de dansers het weer over en redelijk organisch begeven toeschouwers zich in een pluim rook weer naar de tribune, die als een arena om de dansvloer is geplaatst.

Knap hoe Vidal een synergie creëert, die het publiek volledig in de choreografie zuigt. Beeldschoon is het laatste deel, waarin de dansers na dramatische valscène’s een cirkel vormen die voortdurend van vorm verandert doordat hun lichamen een subtiele wave creëren. Ook het einde mag er wezen, waarin de stem nog een expliciete rol krijgt. Wat een ervaring en wat een project. Uitstekend uitgevoerd ook door de jonge dansers in opleiding. De kracht van Vidals choreografie is de organische transformatie. Zijn ‘Sacre’ kent geen slachtoffers, maar is vooral een pleidooi voor de gedeelde ervaring.

Foto: Fabian Cambero