Na Reset blijf je achter met meer vragen dan je had. Onder regie van Han Coucke licht William Boeva een tipje van de sluier op over zijn leven als dwerg. Gehandicaptentoiletten zijn alvast niet voor hem ontworpen. Hoe zou zijn appartement eruit zien? Hoe komt hij bij de gaspedalen van zijn auto? Op de spannendste momenten van Reset leer je iets bij over leven met een handicap.

William Boeva, de zelfbenoemde ‘grappigste dwerg van de lage landen’ heeft zich voorgenomen een compleet andere kant van zichzelf te laten zien. Want hij heeft meer in huis dan alleen dwergenmoppen. Meer dan tien zal hij er vanavond niet vertellen.

Het decor is eigenlijk al de eerste mop: een lessenaar en een enorm telraam. Met het telraam gaat hij het aantal dwergenmoppen van de avond bijhouden. Een prima middel om de voortgang van de voorstelling mee aan te geven: na tien moppen is de voorstelling afgelopen.

Veel houvast voor een avondvullend programma is het echter niet. Het lijstje vragen dat hij bij zich heeft, blijkbaar uit een niet gepubliceerd interview met Het Financieele Dagblad, moet die functie vervullen. Van tijd tot tijd loopt hij naar het papiertje op de lessenaar om geforceerd naar het volgende onderdeel te kunnen overstappen. Onnodig, hij had het ook uit zijn hoofd kunnen doen.

Hij moet even op gang komen. Zijn verhandelingen over insecten en de parfumverkoopster weten niet te overtuigen. Hij werkt hard om de zaal voor zich te winnen, maar de timing wil maar niet op zijn plek vallen. Pas als hij gaat zitten, om een flesje water te openen, ontspant hij zich.

Hij haalt veel steun uit de zaal. Hij voert kleine gesprekjes en roept mensen bij zich op het podium. Iemand die het contract tekent, iemand die hem helpt met zijn flesje water. Als er mensen naast komen staan of zitten, valt pas goed op hoe kort zijn lichaam is.

Het valt niet te ontkennen: Boeva is een dwerg. En dat levert bijzonder interessante verhalen op. Hij kan zijn eigen kont niet afvegen, maar soms moet je onderweg toch. Hij is een invalide, dus had hij een ander soort rij-examen. Zijn persoonlijke kijk op de Paralympische Spelen komt recht uit het hart.

Het mooist is zijn antipathie voor de autistisch gehandicapte. Met hun hoge IQ en hard-to-get signalen pikken ze de gehandicaptenparkeerplaats in, de vrouwen, de uitkering, de banen. Hij heeft zelfs een supersnelle methode om ze te herkennen, en eenmaal gelokaliseerd weet hij de ‘autist van Utrecht’ keer op keer tegen de haren in te strijken.

Hij is geen volleerd stand-up comedian. Maar je leert wel iemand kennen op een avond bij Boeva. Het leven dat hij leidt, is voor de meeste theaterbezoekers onvoorstelbaar. Als hij praat over zijn Japanse toilet met kontdouche en föhn alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, gaat er een wereld voor je open. Dan zien we Boeva op zijn best.

Foto: Pieter Verhaeghe